Recensie 'El Clan'
Banale film over de banaliteit van het kwaad

Men spreekt wel eens van de banaliteit van het kwaad. Alledaagse, normaal ogende mensen die gruwelijke misdrijven plegen en daar 's nachts niet wakker van liggen. Het verhaal van El Clan over de beruchte familie Puccio is een variatie op dit gegeven, hoewel regisseur Trapero moeite heeft dit waargebeurde drama op een empathische en interessante manier tot leven te wekken.
Doodgewoon
Argentinië in de jaren tachtig. De beruchte dictatuur met haar talloze ontvoeringen en moorden komt ten val en maakt plaats voor democratie. Ondertussen gaat de familie Puccio onder leiding van vader Arquimedes doodgewoon door met het ontvoeren van mensen. Zodra Arquimedes het geëiste losgeld ontvangt, laat hij de gegijzelden vermoorden. Omdat hij de ontvoerden in zijn huis gevangen houdt, rijst de beklemmende vraag in hoeverre zijn familie hiervan op de hoogte is. Over de oudste zoon, rugbyspeler Alejandro, bestaat echter geen twijfel, omdat deze daadwerkelijk meehelpt met de ontvoeringen. We zien hoe Arquimedes zijn zoon psychologisch manipuleert en medeplichtig maakt, maar toch begint het schuldgevoel aan Alejandro te knagen. Ook dreigt een nationaal onderzoek naar de ontvoeringen dit o zo 'gewone' gezin te ontmaskeren.
Oppervlakkig
Het grote probleem van El Clan is gebrek aan diepgang. Centraal staan de dynamiek binnen het gezin en de 'relatie' tussen Arquimedes en Alejandro, maar in de handen van regisseur Trapero blijft dit drama statisch en oppervlakkig. Trapero weet op spannende en gedetailleerde wijze de ontvoeringen te tonen, maar de dynamiek tussen de gezinsleden - toch het interessantste aspect van dit verhaal - wordt oppervlakkig in beeld gebracht. Ook zoon Alejandro blijft een statisch personage, iemand die we gedurende het grootste deel van de film passief zien lijden onder zijn dictatoriale vader. Hoewel dit volstrekt begrijpelijk is, gaat dit ook uiteindelijk irriteren. Trapero brengt namelijk te weinig versnelling aan in Alejandro's karakterontwikkeling en roept daarmee bij de kijker onterecht irritatie op naar de 'passiviteit' van Alejandro.
Stijl
Trapero probeert zijn statische verhaal te compenseren met veel gevoel voor stijl, zoals indrukwekkende longshots en muzikale keuzes die doen denken aan de misdaadklassiekers van Scorsese. Maar deze stilistische trekjes verdoezelen slechts de statische aard van het verhaal en zorgen soms zelfs voor verwarrende symboliek. Een van de opvallendste momenten is wanneer Trapero de gekwelde kreten van een gegijzelde man (en diens uiteindelijke moord) contrasteert met de seksuele genotskreten van Alejandro en zijn vriendin. Wat wil Trapero hiermee zeggen? Dat Alejandro profiteert van de wreedheid van zijn vader en eigenlijk medeverantwoordelijk is? Zo'n Sopranos-achtig contrast suggereert dat Alejandro als schuldig wordt neergezet en druist in tegen de scènes waarin Arquimedes zijn zoon in het gareel houdt met woorden als 'familie' en 'dankbaarheid' en hem tot psychologisch slachtoffer maakt.
Ondanks de claustrofobische familiescènes, het sterke acteerwerk van Guillermo Francella en Trapero's gevoel voor stijl en detail, blijf je met een enorme emotionele afstand naar deze personages kijken. De grote kracht van misdaadklassiekers als The Godfather en Goodfellas is hun vermogen je te laten vereenzelvigen met harde criminelen en hun zielenroerselen. Trapero slaagt hier niet in, terwijl hij ironisch genoeg in El Clan wel breeduit naar deze klassiekers verwijst. El Clan's familie wordt helaas nooit jouw familie.