Opeiron heeft 42 reactie(s) geplaatst.
Wat er ook gebeurd in de wereld, verloochen jezelf niet.
Ja, hij wordt weer opgenomen. Ik kijk later, ;)
Bedankt voor de tip. Nog even wachten op Netflix.
Films die mij raken hebben tijd nodig om te landen. Mijn ego zeurt al een paar dagen om een review over deze film te schrijven. Geïrriteerd houd ik hem op afstand. Hij begrijpt hier niets van, dit is toch één van de films die de moeite waard zijn om iets over te zeggen. Zeker, maar hij is bijzonder actueel en confronterend, dat maakt mij boos en verdrietig tegelijk.
Uiteindelijk stem ik in, maar ik wil wel met hem afspreken het kort te houden. Hij is het er niet mee eens. Er is zoveel over deze film te zeggen, schitterende beelden, uitmuntende acteerprestaties enz. Dat klopt, maar het is een misdaadfilm en ik ben bang teveel weg te geven. Hoofdschuddend in mijn hoofd stelt hij dat de misdaad slechts het frame is van de spiegel die ons wordt voorgehouden. Ik knik instemmend.
We nemen informatie op door middel van onze zintuigen en interpreteren deze vervolgens tot een conclusie. Deze film laat zien met welke valkuilen onze interpretaties worden geconfronteerd. Als kijker betrapte ik mijzelf geregeld op gedachten als: Ik wist het wel!, Nee toch! Echt? Dus toch. Nee, hier geloof ik niets van, enz. Telkens word je op het verkeerde been gezet en als je goed op (jezelf) let, merk je dat je een voorkeur hebt hoe het verhaal zich zou moeten ontwikkelen.
Ik absorbeer het actuele nieuws niet anders dan als kijker naar deze film. Ik realiseer mij dat de mens manipuleerbaar is en niet in staat is de absolute objectieve waarheid te kennen. Hij interpreteert en creëert zijn eigen waarheid.
Mijn woede wordt niet opgewekt door de misdaad in de film, maar door de confrontatie met de dagelijkse realiteit. We leven in een wereld waar fakenews ons leven bepaald. Deze film laat zien dat nepnieuws het best werkt als het gemanipuleerde feiten zijn- waar rook is, is vuur. De rookwolken vermengen zich met die van mijn eigen vuur. Dit is menseigen en altijd zo geweest en de verspreiders van nepnieuws maken handig gebruik van deze menselijke omissie. Mijn woede maakt plaats voor verdriet, wanneer ik mij realiseer dat ik niet in staat ben om de waarheid te onderscheiden en mij moet beperken tot een waarheid. De vurige waarheid van mijn ego.
Er was iets, ik weet nu nog niet wat, wat mij deed besluiten deze film te gaan zien. Meestal leidt dit soort spontane acties tot een voortijdig einde, nu niet. Toch kan ik niet zeggen, dat ik gegrepen werd door deze film, integendeel, ik voelde mij met de minuut ongemakkelijker. Ondanks dit ongerief liet deze film me niet los.
Een film als deze schreeuwt om een slechte waardering. Hoeveel punten geef je aan pijn? (Dit is één van de redenen dat ik gestopt ben om films punten te geven, een ander is schoonheid). Je hebt pijn en je hebt pijn. Dan is er nog die andere pijn, een pijn waar je zover mogelijk van vandaan wilt blijven en dat is de pijn die door deze film rauw in je gezicht wordt gesmeten.
Ik ben altijd kritisch naar de Amerikaanse mainstream films die zo gestileerd worden dat zelfs de meest gruwelijke verhalen, iets heroïsch meegeven en een moralistische boodschap. Niet deze film. De onderzoekjournalist Christian Baker (Johnny Whitworth) en de vader Michael Watson (Maurice McRae) dragen deze film. De overige acteurs spelen (letterlijk) geen rol, maar dragen hun teksten voor, als bij een table read. Ik denk dat dit een bewuste keuze is, het krijgt hierdoor het karakter van een documentaire. Het versterkt de realistische beleving en dus ook de pijn. Ik kreeg het gevoel dat ik bij volle bewustzijn werd gescalpeerd en naarmate de film duurde kwam het besef, dat het niet bij mijn scalp zou blijven.
De meeste scénes tonen de hel waarin Michael Watson en zijn gezin terecht zijn gekomen. Lange scénes. Close-ups van monologen, die de machteloosheid en radeloosheid goed in beeld brengen, maar doorzettingsvermogen van de kijker vragen. Ik betrapte mijzelf er op dat mijn duim een paar keer, als in een reflex, even de doorspoelknop beroerde; tien seconden, maar toch.
Wanneer we naar een film kijken, ook bij zo’n controversieel onderwerp als dit, willen we geëntertaind worden. Een thriller waarin we op zoek gaan naar de dader en het recht zegeviert. Dat gebeurt hier absoluut niet. Ook de twee hoofdrollen worden zonder dramatisering neergezet, geen Oscars.
Niet alleen de vermissing van de dochter, maar vooral de lakse, vooringenomen houding van de politie wordt door de minimalistisch, niet gedramatiseerde setting dik onderstreept. Dus toch een boodschap? Nee, eerder een constatering, het is zoals het is. Toch denk ik dat de makers iets willen zeggen, iets losmaken.
Ieder van ons is een radertje in de machinerie van de maatschappij. Door weg te lopen –door te spoelen, voor de pijn, strooien we zand in de machine en loopt deze langzaam maar zeker vast. Deze film dwingt ons, om naar onszelf te kijken. Rauw, ontdaan van onze karakteristieke huid, dat is naar mijn bescheiden mening de intensie van deze film. Gaat dit lukken?
Na afloop word ik toch nog gegrepen, door de titel, daar is over nagedacht.
Sommige films zijn tijdloos, klassiekers. Valt deze trilogie daaronder? Volgens mij wel. Krzysztof Kieslowski heeft het thema van de Franse vlag gebruikt om zijn trilogie vorm te geven: Liberty, Equality, and Fraternity (vertaald naar Engels).
Het derde deel is Rouge, Fraternity.
Ik wist nog dat ik dit derde deel de hoogste waardering had gegeven, maar niet meer waarom. Er zit een aantal jaren tussen en ook tijdens het kijken, was het alsof ik de film voor het eerst zag -dit is slechts één van de voordelen van het ouder worden 😉. Misschien vanwege Jean-Louis Tritignan, maar nee, het is het plot wat hier hoog scoort. Deze keer zijn het Krzysztof Kieslowski en zijn co-writer Krzysztof Piesiewicz, die mijn bewondering oogsten. De parallelle lijnen die bij nader inzien toch één lijn zijn: geniaal vlechtwerk.
Acteren, camerawerk (alweer of altijd) zijn prima in orde. Muziek vervult een effectieve bijrol, evenals de hond. De knipoog die in alle drie films aanwezig is, de glasbak, krijgt hier een bevredigend slot.
Het thema: Fraternity, wordt in het Nederlands meestal vertaald als broederschap. Hoewel aan het eind van de film er inderdaad een familiare band is ontstaan tussen Valentine ( Irene Jacobs) en de rechter -in-ruste (Jean-Louis Tritignan) blijf ik toch met een onbestemd gevoel zitten. Ik zie het niet gebeuren; maar ik ben maar al te graag bereid dit met de mantel der poëzie te bedekken en heb met volle teugen van deze film genoten.
Samenvattend: Kieslowski is een regisseur die weet wat hij wil en honderd procent de controle houdt over het eindresultaat. De acteurs, inclusief de hoofdrollen, zijn ondergeschikt aan het totaal, daar worden ze op geselecteerd en paradoxaal genoeg, vergroot dat hun kwaliteiten. Maar veruit het belangrijkste in zijn films is het camerawerk, het gebruik van licht is fenomenaal. Dat is en blijft voor mij de verbinding in deze trilogie.
Het tweede deel is Blanc, Equality.
Ik heb de trilogie eerder gezien, maar kan mij niet herinneren of ik ze achter elkaar heb bekeken. Nu wel, gisteren Bleu, vandaag Blanc en morgen Rouge.
Blanc is een andere film dan Bleu. Was Bleu meer verstild dan is Blanc expressiever, heeft ook een duidelijk verhaal. Wanneer ik Equality naar het Nederlands vertaal, zou ik in de context van het verhaal kiezen voor: met gelijke munt. Hoewel dit gegeven in de synopsis wordt vermeld, vraag je je toch heel lang af, of het er nog wel van gaat komen en hoe dan. De ontmoetingen met de andere personages vormen als stukjes van een legpuzzel gezamenlijk het beeld van een man met een goede inborst, waarvan je niet verwacht dat hij tot wraak in staat is.
Net als bij Bleu draait het ook hier om een poëtische weergave van leedverwerking. Mooi in beeld gebracht door cameraman Edward Klosinski. Hoewel Juliette zich nog even laat zien, mooie koppeling tussen de twee films, is de hoofdrol voor Zbigniew Zamachowski. Ik vind het prachtig om te zien en dus goed geacteerd, hoe hij zich van een schlemiel tot een krachtige persoon ontwikkelt die de regie over zijn eigen leven terugpakt. Zijn lengte, of beter gezegd, het ontbreken hiervan, versterkt de acteerprestatie en leidt tot creatieve oplossingen.
De naïviteit die nodig is om dit soort poëtische films te creëren wordt schitterend vertegenwoordigd door Julie Delpy. Ze speelt bijna achteruit. De zwijgende close-ups staan gelijk aan honderd woorden.
De muziek is mij niet in het bijzonder opgevallen, behalve dat Kieslowski’s favoriete fluit is vervangen door een stalen kam met vloeitje (voor mij een jeugdherinnering), inclusief de jeuk aan de lippen die het veroorzaakt.
Toch weer genoten.
Het eerste deel is Bleu, Liberty Een belangrijke voorwaarde voor een klassieker is dat het verhaal, het plot tijdloos is, of geprojecteerd kan worden in onze huidige belevingswereld. In dit geval is het rouwverwerking gevolgd door vrijheid: tijdloos, punt.
Ik kan mij honderden plots voorstellen waarin Julie andere keuzes maakt en het wordt een compleet andere film, maar wel binnen de context van de vrijheid. Dus maken de keuzes die zij in deze film maakt het tot een klassieker? Nee, de verhaallijn is ondergeschikt aan het thema.
De hoofdrol is voor Juliette Binoche, één van mij favoriete actrices, maar ik heb er meer als honderd, dus . . . . . Omdat het verhaal ondergeschikt is, is de hoofdrol ook ondergeschikt, maar zij blijft mij bijzonder plezieren. In eerste instantie lijkt de muziek belangrijk te zijn voor het verhaal, maar de muziek, zo las ik andere reviews is een ‘dingetje’ van Kieslowski. Terugkerende thema’s in diverse van zijn films, vooral de fluit.
De hoofdrol in deze film wordt wat mij betreft opgeëist door Slawomir Idziak, verantwoordelijk voor het camerawerk. Dit is werkelijk genieten: eye candy in het Engels, maar dat is veel te banaal, poetry in motion past beter. Ik vergelijk goed camerawerk vaak met schilderijen van de grote meesters. Deze film heeft een detaillering die alleen voor een geoefend oog zichtbaar is. Soms aangezet met een ferme dikke kwast dan weer een minuscule streek met het fijnste penseel. Dat is wat deze film, na drie keer, nog steeds de moeite waard maakt.
Op dit blog https://velveteyes.net/movie-stills/bleu-trois-couleurs/ kwam ik de suggestie tegen om de film zonder geluid (en zonder ondertiteling) te kijken. Dat wordt zeker mijn vierde keer!
Ik ben meer van de films dan van de series, maar zo nu en dan laat ik mij verleiden -ditmaal door een cinefiele vriendin, om een serie te kijken. Deze miniserie blijkt een opgeknipte lange film te zijn, dus zonder cliffhangers of andere truken. Bij elke aflevering korte intro’s en de film gaat verder. Ik was dus aangenaam verrast en niet alleen hierdoor.
Eerst het thema van het verhaal. Ik ga proberen om geen spoiler alert te genereren, maar een goede lezer heeft aan een halve zin genoeg. Het thema is seksueel en op z’n zachts gezegd controversieel, hetgeen ook uit de reacties blijkt en daarin vind je dan ook spoiler alerts. Een controversieel thema, maar weergegeven in een sterk verhaal. Confronterend, maar niet banaal. Goed geschreven dialogen, die natuurlijk overkomen en waardoor de acteurs hun hoge niveau kunnen halen. Veel dialogen hebben betrekking op de schuldvraag, wanneer is iemand schuldig en zo ja, in welke mate? Wanneer eigen belang zich naar voren vecht, brokkelt ook de solidariteit tussen vrouwen en mannen onderling af. Een jaloersmakende locatie benadrukt de beklemmende situatie van de personages. De schakeling tussen heden en verleden zijn zo natuurlijk dat het geen moment storend is. Complimenten voor de casting van de acteurs die zowel jong als oud de karakteristieken van hun personages de zo nodige continuïteit meegaven.
Mijn pubertijd viel samen met de seksuele revolutie eind jaren zestig en mijn moeder maakte mij duidelijk dat ik respect moest hebben voor de meisjes waar ik mee omging, maar eigenlijk voor alle vrouwen. Ook prostituees: ‘Die zorgen ervoor dat ik ’s-avonds veilig over straat kan’, zei ze. Tja, toen wel. Waarschijnlijk heb ik toen besloten dat met betrekking tot deze gebeurtenis, wat mij betreft de doodstraf weer mag worden ingevoerd. Dit is heel kort door de bocht en ook niet haalbaar, dus eerder een statement om mijn positie weer te geven.
De kracht van deze serie is voor mij het open einde. We mogen zelf bepalen welke positie we innemen. Wanneer in het laatste deel alles op zijn plek valt en we weten hoe de vork in de steel zit en ieder zijn kant van het verhaal heeft kunnen belichten, blijken we opeens in het jurybankje te zitten. We kunnen misschien, evenals de personages in de serie, verschillend denken over schuld, maar de belangrijkste vraag die moet worden beantwoord is: wie neemt zijn/haar verantwoordelijkheid? Op het moment dat ik de doodstraf laat voor wat het is, is er één personage die zijn/haar verantwoordelijkheid neemt. Is het toeval dat het een minister betreft?
Makkelijk één van de mooiste films ooit gemaakt, dit drama rondom een zieke vrouw die haar laatste dag doorbrengt in de armen van haar liefhebbende zoon. Sokurov laat zich naar eigen zeggen meer inspireren door schilders dan door filmmakers. En in het geval van Mother and Son vooral door de Duitse Romantici, zoals Casper David Friedrich. Het resultaat is adembenemend. De vervormende lenzen van cameraman Aleksey Fyodorov maken van donkere wolken, dansend gras en een stoomlocomotief fotogenieke onderdelen uit Sokurovs wereld, die altijd net buiten de werkelijkheid treedt. (uit: VPRO Cinema)
Ik heb de bovenstaande synopsis gekopieerd van de CineMember website en zij hebben hem weer van de website van de VPRO. Zo moeilijk is het dus om zelf iets over deze film neer te pennen. De synopsis is de film. Niets meer niets minder. Toen ik hem op mijn watchlist zette, had ik hoge verwachtingen, dit soort films; daar houd ik wel van. Wel het juiste moment afwachten, timing is belangrijk. Een leeg hoofd is een voorwaarde, geen afleidende gedachten, bibliotheekstilte in de woonkamer. Laat maar komen.
Negenenzestig minuten verder voel ik niets. Ook geen teleurstelling, helemaal niets. Ik laat het voor wat het is en ga naar bed. Meestal droom ik nog wel eens van een film, wordt wakker en alles valt op zijn plek. De volgende ochtend neemt de verbazing toe. Mijn analytisch brein wordt op gang getrokken. Waarom maakte Sokurov deze film, wat wil hij ons vertellen? Ik begin er niet eens aan, alles wat ik zou kunnen verzinnen -en dat is best veel, zal honderd procent interpretatie zijn. Er zit geen enkel aanknopingspunt in de film dat je zou kunnen triggeren.
Het is geen drama, geen documentaire, het is een registratie. Ik vond de beelden zoals boven omschreven verrassend effectief en ze hielden mijn aandacht over de volle lengte van de film vast, maar zonder emoties. Het is lang geleden, maar de emotie van de Ballade van Narayama (1983) over hetzelfde onderwerp is na veertig jaar nog steeds aanwezig. Wat Sokurov ook wil vertellen, ik heb hem niet verstaan.
Goed, eerst een waarschuwing. Dit wordt geen review of dit een, naar mijn mening, goede of slechte serie is. (Spoiler: ik vind hem best aardig). Dat geldt voor de meeste van mijn reviews, maar deze in het bijzonder. Deze review richt zich op de Amerikaanse dominantie over de westerse wereld. Poetin is old school, hij valt met een leger een land binnen, de Amerikanen gebruiken Netfix, Amazon Prime, Facebook etc. om hun gedachtengoed op te dringen en de Chinezen leren van hen. IMDB, wellicht een internationale site, maar Amerikaans( lees: Westers) gedomineerd, geeft deze serie uiteraard hoge cijfers. Deze serie, hoe onderhoudend ook en ik heb er met plezier naar gekeken, is een eenzijdige visie, vanuit een superieure standpunt. Wat heb ik gezien?
Een serie die de wereldproblematiek eenzijdige belicht. Prima, qua entertainment geen probleem mee. Als de serie vanuit mijn meer genuanceerde Europese visie was geschreven zou ze waarschijnlijk een stuk minder succesvol zijn geweest, sterker nog, ze zou nooit zijn uitgebracht op Netflix en/of Prime. Dat is mijn punt en daar laat ik het bij.
Nu de serie zelf. In eerste instantie was ik van mening dat de casting van John Krasinski als Jack Ryan een enorme miskleun was en wilde het na een paar afleveringen wel voor gezien houden. Eerlijk gezegd denk ik dat nog steeds, maar als we bedenken wat zijn oorspronkelijke functie -analist achter een bureau, was, klopt het wel weer. Maar het lukt mij niet om hem in een split second als een Daniel Craig te zien rond rennen en dat blijft drie seizoenen lang schuren. En dan komt er ook nog een vierde, maar ook laatste seizoen. De rest van de cast, waaronder Wendell Pierce (James Greer) en Michael Kelly (Mike November) maken het ruimschoots goed.
De verhaallijn is mager, logisch in de context van mijn inleiding, en de parallel met James Bond kwam bij mij ook geregeld voorbij. Ook hier gaat het niet om het realisme, maar dienen de gebeurtenissen de boodschap cq het entertainment. In drie seizoen wordt het kwaad, vanuit Amerikaans perspectief, bestreden. Arabieren, Zuid-Amerikanen en Russen. Ik kijk uit naar seizoen vier, wie is dan de bad-guy? Kritische review schrijvers?
Documentaires moet je nooit te serieus nemen is mijn ervaring. Ze suggereren de waarheid -kijk zo is het gegaan, maar meestal is het een waarheid, die van de maker(s). Dit is het verhaal van The Band zoals Robbie Robertson samen met zijn goede vriend Martin Scorsese het graag willen laten zien. En eerlijk gezegd heb ik met plezier gekeken en geluisterd. Het format is gelikt. Van A tot Z gescript en gelardeerd met gewenste zinnen van celeberties en korte fragmenten van de songs. Van enige diepgang die ik ken uit andere docu’s is hier geen sprake, dit is de Robbie Robertson This is your life show.
De volgende ochtend werd ik wakker met nog fragmenten van wat mogelijk een droom is geweest nog in mijn hoofd. Ik was Robbie. Ik was veertien jaar toen ik met toestemming van mijn ouders mijn bed in de kelder van de flat plaatste. De kelderruimte onder de flat was opgedeeld in zes kelders, voor elke woning één. Ze waren niet zoals nu even groot en wij hadden de grootste, zo groot als onze woonkamer. Dit werd mijn Basement Studio. Een bandrecorder met microfoon, een gammele gitaar en een stem waar een schorre kraai jaloers op zou zijn. Veel plezier, maar absoluut geen talent. Hier houdt de vergelijking met Robbie op, maar toch blijft de parallel in ruimere context wel overeind.
Ik kwam pas jaren later met de muziek van de The Band in aanraking. In mijn keldertijd was de Top-40 muziek van de zeezender Radio Veronica favoriet. Ik richtte mijn kelder verder in met een bank en twee fauteuils, geen tafel, het midden diende als dansvloer. De gitaar werd op veler verzoek verbannen en ik organiseerde elk weekend feestjes.
Evenals Robbie ging ik op mijn 15e van school, maar moest vanwege de leerplicht wel naar de avondschool. Mijn passie voor muziek bleef, maar alleen passief, ik werd verzamelaar. Ook ging ik op zoek naar andere muziekstijlen; later klassiek en jazz, maar eerst rock.
Ik hoorde zijdelings een collega gepassioneerd spreken over zijn favoriete lp van The Band: Stage Fright. Een voor mij op dat moment onbekende band. Impulsief besloot ik de lp zonder hem eerst te beluistern te kopen. Ik was diep teleurgesteld. Het was een jarenlang proces, maar ik haalde ze in en begon de muziek te waarderen. In retroperspectief denk ik dat er eerst een mentale ontwikkeling nodig was, een geestverruiming, waardoor ik de samenhang, het unieke samen musiceren van The Band begon te ervaren. Over smaak valt niet te twisten, maar dit gaat dieper, het is een spirituele ervaring.
Wat ik ook deed -in de zeven jaar in mijn kelder, was schrijven. Vooral dagboeken, frustraties van me af schrijven. Ik deed dat evenals Robbie op een typemachine, de letter ‘e’ sloeg altijd een gat in het papier. Maar ook de eerste verhalen kregen het daglicht te zien. Regelmatig, maar zeker niet geregeld bleef ik mijn verdere leven schrijven. Door deze docu realiseer ik mij, dat mijn passie voor het schrijven jarenlang is weggedrukt door een niet te realiseren passie voor muziek. Ik besef nu ook waarom ik jaren geleden besloot mijn duizenden lp’s weg te doen (we hebben Spotify nog) en intensiever ben gaan schrijven. Talent, wie zal het zeggen, maar wederom veel plezier.
Teveel van goede? - let op het vraagteken! De mens binnenste buiten. Mobiele horror. Guilty Pleasure. Dat zijn de eerste zinnen die bij me opkomen na het zien van deze film.
Er zijn meerdere films gemaakt in dezelfde setting - een diner. Het Zweedse Festen vond ik verpletterend goed en Amerikaanse varianten niet de moeite waard. Nu deze Italiaanse van zeven jaar geleden. De drie schrijvers, Filippo Bologna, Paolo Costella en Paolo Genovese (tevens regie), hebben een universeel tijdsbeeld geschetst, wat blijkt uit het feit dat er later ook nog een Franse en Duitse versie zijn gemaakt.
De hoofdrol is voor de mobiele telefoon, maar al vanaf het moment dat iedereen bij elkaar komt, word ik meegezogen door het natuurlijke, karaktersterke acteerwerk. Wat een cast! Ik meen zelfs enige bekenden uit mijn eigen leven aan te treffen, waardoor sommige dialogen een deja-vu gevoel oproepen. Ik voel mij gast aan tafel zonder tekst en beperk mijn virtuele aanwezigheid tot een sluikse glimlach en een bewonderende blik. De incidenten voltrekken zich in rap, bijna onrealistisch tempo, maar blijven, individueel, toch geloofwaardig. Deze situaties -of varianten hierop, kunnen we allemaal herkennen, maar misschien, zoals in deze film, moeilijker erkennen.
Bij mijn eigen demaskering ervaringen kwam er nooit een telefoon aan te pas. Na enig alcoholgebruik stroomde de zelfvernietigende lava al uit mijn mond. Geheimen van anderen kan ik beter bewaren dan die van mijzelf -hoewel.
De dialogen geven een goed beeld van hoe de mens in deze tijd zijn leven leidt (of lijdt), of nog beter gezegd: laat leiden. Dat is wat we zien, een leven welke wordt geleid door wat ze denken dat de maatschappij van hen verlangt en een voortdurend streven naar ontsnapping en vervulling van hun eigen, diepere wensen. In deze tijd, waar de terreur van de (sociale) media die van fysieke oorlogen doet verbleken, is dat een onmogelijke opgave en dat wordt door de twist aan het einde van de film goed weergegeven.
Vanochtend werd ik vroeg wakker, na vijf uur slaap (normaal acht uur). Ik was klaarwakker en wist dus direct hoe laat het was. Dit was weer zo’n moment; de film die ik gisteravond (vijf uur geleden) had gezien, trapte keihard de slaap uit mijn hoofd. Niet voor het eerst herkende ik deze zoete pijn. De komende uren zou ik in een creatieve coma doorbrengen; een cineastische beleving in woorden proberen te vangen, een review.
Mijn lichaam blijft in bed liggen terwijl mijn geest richting het raam gaat. Ik schuif het gordijn iets opzij en mijn gedachten worden op metafysische wijze gevangen door het maanlicht. Zij analyseert en constateert dat ik het nog niet helemaal op een rijtje heb en dat klopt. Deze film toonde zich als een legpuzzel, die door haar abstracte vormgeving moeilijk te leggen is. Gewoonlijk zoek ik de randstukjes als eerste en als het kader ligt zoek ik de rest op kleur bij elkaar. Ik kan graaien wat ik wil, maar geen randstukje, ik heb geen kader. Het lukt me wel om de afzonderlijke gebeurtenissen bij elkaar te puzzelen, maar zie geen verband, laat staan een kader. Op de goed gecaste acteurs is niets aan te merken, camerawerk dienstbaar, maar ook prima, de soundtrack (deels uit die tijd) beviel mij muzikaal wel, ik versta geen Spaans anders zou ik misschien nog wat uit de tekst kunnen halen. Wat wil schrijver en regisseur Benjamín Naishtat ons vertellen?
De maan, de rust zelve, moedigt mij aan de scenes in de film met haar te delen. Ze weet uit eigen ervaring dat een dialoog, in tegenstelling tot een monoloog, voorkomt dat je achter je eigen staart aan blijft rennen. Wanneer zij en de zon langs elkaar schuiven (hoe kortstondig ook), zien ze de wereld ook anders. Als eerste wilde zij weten wanneer de film is gemaakt. Nadat ik het jaartal (2018) had genoemd, voegde ik er snel aan toe dat hij in 1975 is gesitueerd. Toen ze dat hoorde, lichtte ze even op. Dat was belangrijk, een aanwijzing. Ja, dat had ik ook bedacht, maar de film verwees indirect wel (via mediaberichten) naar de op handen zijnde militaire dictatuur (Videla) in 1976, maar maakte geen wezenlijk onderdeel uit van het verhaal.
De maan kijkt mij met een teleurgestelde, maar toch ook wel begrijpende blik aan. Geduldig legt ze uit dat zij makkelijk praten heeft. Door de afstand ziet ze alles in een breder perspectief. De mens is, zonder dat hij zich dat bewust is, beperkt. Hij stelt intelligentie gelijk aan inzicht en bewustzijn. Ook al bied je hem het bredere perspectief, dan noch zal hij niet altijd het vermogen hebben dit te zien. Dat vereist oefening en geduld. Pas later, in retroperspectief, ziet hij alles heel duidelijk en ridiculiseert hij het gebrek aan tijdig inzicht, we wisten het gewoon niet, punt.
De maan legt uit dat het eerste deel (de brutale man) gaat over het land Argentinië zelf, de ouverture van een opstand, mensen roeren zich en creëren zo hun eigen graf. Op sterven na dood verdwijnen ze en worden nooit meer teruggevonden. De titel: Rojo -rood, staat voor het vele bloed dat is gevloeid. De andere situaties vertegenwoordigen de signalen (die er altijd zijn), maar zoals ik al memoreerde niet als zodanig worden herkent. Neem de twee families die een bordspel spelen waarbij de dochter zich afvraagt of alles wel volgens de spelregels verloopt. Vader (die de spelregels het beste kent) is (na enige aarzeling) van mening van wel. Althans volgens de laatste regelwijziging, niets aan te doen. Via een man die een valse koopakte ondertekend zien we dat je de regels kunt omzeilen wanneer je de juiste middelen hebt: geld en macht. Nog een metafoor: de door zijn vriendin afgewezen jongen, laat zijn jaloezie de vrije loop en laat een willekeurig iemand verdwijnen, en zo is elke gebeurtenis een verwijzing, een aanklacht.
Ik knik begrijpend en realiseer mij nu dat ik ook maar een mens ben. De rode draad, de verbinding tussen de gebeurtenissen, is verdwijning. Het jaar 1975 is het kader, een jaar voorafgaand aan de militaire coup. Een jaar waarin we zien, maar niet willen kijken, totdat het te laat is. Ik herinner mij dat het ook bij ons speelde, de situatie in Argentinië werd ook door de intellectuelen in Europa aan de kaak gesteld. De wereldkampioenschappen voetbal in 1974 wilden we niet missen en onder het motto sport en politiek moeten gescheiden blijven, werd hun oproep om niet te gaan aan de kant geschoven. Wisten wij veel? Onbewust doe ik een stapje achteruit, in de hoop dat het schaamrood uit het zicht van de maan zal blijven. Moreel besef komt met de jaren, . . . . of helemaal niet.
De maan is nauwelijks meer zichtbaar en ik wil toch nog snel een antwoord op iets wat mij in de huidige wereld bezighoudt. Ik wil weten wat zij zou verwachten te zien in een film die over vijftig jaar zou worden gemaakt over de actuele situatie in Europa. Na een poosje vroeg ze zich allereerst af of er nog wel films als deze zouden worden gemaakt. Misschien was het wel een videogame waarmee de historie in beeld zou worden gebracht. Ze had wel een idee hoe deze eruit zou kunnen zien. Ze ziet een animatie van een kruitvat, waarop met kistletters E U R O P E staat geschreven. Uit het vat steekt een lont met het woord: Україна. Aan het begin van het spel komt er een klein mannetje met een bijna kaal hoofd aangelopen die met kordate passen op het vat afstapt en het lontje aansteekt. Lachend huppelt hij het beeld uit. Het doel van het spel is om te voorkomen dat de brandende lont het kruit bereikt. Ik vraag of het een moeilijk spel is. Ze antwoordt dat het niet moeilijk is om te spelen, maar heel moeilijk om het goed te spelen; iedereen probeert het huppelende mannetje te vangen en vergeet het kruit. GAME OVER.
Ik besef dat ik de slaap niet meer zal kunnen vatten, ik ga douchen (-< 5 min.) en bereid me voor op een lange dag met watten in mijn hoofd.
Het dagelijkse proces van zelfonderzoek, waarin ik probeer vast te stellen in welke stemming ik ben om een bepaalde film te gaan zien, is bepalend voor hoe ik een film ga ervaren. Ik hoor jullie denken: ‘Doe toch niet zo moeilijk man!’ De dagen dat ik jullie advies opvolg resulteren meestal in het opstarten en voortijdig beëindigen van een film. Dat is bijna net zo frustrerend als het proces van zelfonderzoek. Hetzelfde geldt voor het geven van cijfers, de waardering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de vorm van de dag. En als we toch bezig zijn; wat is bepalend voor een review? Ik schrijf reviews vanuit een persoonlijk perspectief, maar dat doen we allemaal, we kunnen niet anders. Een film die ik niet kan waarderen, kan bij een ander hoog in zijn/haar top tien staan.
Waarom deze film? Ik werd getriggerd door de synopsis: Wanneer een bankier besluit actie te ondernemen tegen de hebzuchtige financiële instelling waarvoor hij werkt, ontdekt hij hoe ver hij wil gaan om wraak te nemen. Als oud-ondernemer heb ik veel te maken gehad met banken. Voor ik mijn onderneming startte, had ik mij goed ingelezen over wat je van banken, mag verwachten en vooral wat niet. Een van de dingen waar ik al snel tegenaan liep was de koppelverkoop van verzekeringen. Het thema van deze film. Niet het onderwerp, dat is veel tragischer. Toon ik las dat regisseur Alan Mulligan zelf werkzaam was geweest bij een grote Ierse bank, drong zich het vermoeden op dat het hier om een deels autobiografische film gaat, –een gedramatiseerde werkelijkheid. Een persoonlijke wraakactie? Een kruising tussen een documentaire en een thriller, die nooit een thriller wordt.
Wanneer je iets persoonlijks, als subject, aan anderen, als object wilt overbrengen dan is stijl en vorm belangrijk. De film moet boven je persoonlijke beleving uitstijgen en een universele vorm aannemen. Het liefst zo abstract, dat de kijker het zelf kan inkleuren. Dat is wat ik mis in deze film. We worden als kijker op afstand gezet. De dialogen passen op één A-viertje en de beelden creëren geen toegevoegde waarde. De casting van Sarah Carroll in de rol van Allison Murphy, werkte ook niet voor mij. De muziekfragmenten zijn geselecteerd op inhoudelijke tekst en dragen niet bij aan, werken soms tegen, de sfeer die deze film zou moeten ondersteunen.
Wanneer aan het einde van de film puntje bij paaltje komt, ervaarde ik voor het eerst een emotionele reactie. Op dat moment realiseerde ik mij ook, dat ik de film wel heb uitgekeken. Dat wil toch wel wat zeggen voor iemand die de stekker er toch redelijk snel kan uittrekken. Geen cijfer, maar wel een voldoende. Niet ingegeven door persoonlijke ervaringen, -ik had een goede, zakelijke verhouding met de banken waarmee ik heb gewerkt-, maar uit waardering voor het aan de kaak stellen van de hebzucht van dit soort instellingen.
Deze film stond al een tijdje op mijn lijst en valt in de categorie: kijken, maar misschien beter van niet. Een vage categorie waarin de stemming van de dag -avond, een belangrijke rol speelt. Er zijn wel een aantal argumenten die mij uitnodigen te kijken, maar geen sterke. Toch is er iets en intrigeert de synopsis of betrokkenen me wel, dus op de lijst –we zien wel.
En inderdaad ik heb hem gezien. Out of the blue, dat wil zeggen; spontaan, zonder recensies en/of reviews te hebben gelezen. Dat doe ik liever achteraf, nadat ik mijn eigen mening heb gevormd. Wat het eerst opvalt en wat mij in eerste instantie tegenstond, was het naakt. Het verhaal speelt zich af op een naturistencamping in de Ardennen. Het stond mij niet tegen om preutse redenen, ik heb in mijn jonge jaren menig naaktstrand bezocht, maar juist om de herinneringen aan die naaktstranden. De meeste mensen die daar rondliepen, vooral Duitsers, toonden mij waar de uitdrukking: kleren maken de man (en vanaf dat moment ook de vrouw) vandaan kwam. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat deze mensen, zonder Hinderwetvergunning, hier vrij konden rondlopen.
Wat intrigeerde mij? Niet de verhaallijn, hoewel die wel deed vermoeden dat er een diepere betekenis in verscholen zat, maar Pierre Bokma en de voor mij alleen qua naam bekende Kevin Janssens waren bereid in hun blote kont te acteren. Dat is intrigerend! Dus kijken.
Nadat de deja vu zich van mij had losgemaakt ervaarde ik het naaktzijn niet meer als storend. Zoals ik ook later zou lezen heeft regisseur en schrijver Tim Mielants deze film gemaakt vanuit het perspectief van een ‘kostuumdrama’. Ironisch, maar wel waar. De natuurlijke wijze (nee, niet dubbelzinnig bedoeld) waarop de acteurs zich bewegen zorgt ervoor dat je al snel in het verhaal zit. Een verhaal dat een diepere betekenis zou moeten hebben, maar voor mij komt die er niet uit. Het blijft oppervlakkig en ik heb op geen enkel moment een diepere betekenis gevoeld. De claim tragikomedie is niet van toepassing, hij is niet tragisch en misschien een heel, heel klein beetje komisch. Goed geacteerd, dat wel. Ook op het gebied van beeld(vorming) en geluid zijn er leuke accenten, maar het blijven accenten en drukken geen stempel op deze film.
Ik heb mij toch wel geamuseerd. Vooral door het helende effect wat het op mij heeft gehad met betrekking tot naakte mensen in een niet-seksuele context.
Oudejaarsavond is altijd een uitdaging, dan kijken mijn vrouw en ik samen een film. We kijken op onze lijstjes of er een gemeenschappelijke deler op staat, meestal niet. Ook dit jaar (2022) niet. Voorgaande jaren was het mijn taak om films voor te stellen, zodat zij zich kon beperken tot een eenvoudig en herhalend: Nee, uiteindelijk verzuchtend: ‘Zet er dan maar eentje van jou op.’ Dit jaar wilde ik het voor zijn en zocht naar een film die zou kunnen aansluiten bij één van de door haar goed gewaardeerde films. Deze film is van dezelfde regisseurs als Intouchables, één van haar favorieten. Ze wil altijd kunnen kiezen, dus het lijstje aangevuld met een paar films van mijn lijst. Missie geslaagd en we zijn gaan kijken en we hebben allebei van deze film genoten. Evenals bij Intouchables, lijkt het onderwerp aan de zware kant en dat is het ook, maar niet in de film zelf. Het schrijnende is de wetenschap dat hier een reële situatie wordt geschetst, van een falende samenleving, die zich niet beperkt tot Frankrijk en dus ook voor ons een reality check is. Het label comedy vind ik bij dit genre films altijd wat misplaatst, ook al wordt het gebruikt in combinatie met drama, maar er is geen goed alternatief. Het plezier wat deze film ons biedt is het goede acteerwerk, inclusief de autisten, en de luchtige dialogen. Ook de inspanningen om Bruno ( Vincent Cassel) aan de vrouw te krijgen zorgen voor een komische noot. Lachen met (niet om) autisten wordt ook zeker gestimuleerd en de film geeft een beperkt, maar goed beeld van de verschillen tussen autistische mensen. De keuze om de film luchtig te houden zorgt er wel voor dat de karakters en relaties niet te ver kunnen worden uitgewerkt, anders nijgt het toch meer naar een docudrama. Dit belemmert niet dat deze film zeker gezien kan worden als een aanklacht. Een aanklacht tegen een maatschappij die faalt om de toenemende problemen op te lossen en een veilige leefomgeving voor de zwakkeren te garanderen. Wanneer dit over een langere periode standhoudt ontstaan er parallelle maatschappijen, waarin niet altijd de beste oplossingen worden nagestreefd. Deze film laat ook een parallelle ontwikkeling zien, die gelukkig door de overheid wordt gedoogd.
Dit is een goede film en ik ben blij dat ik hem heb gezien. Ik hanteer een aantal criteria bij het uitzoeken van films en deze film zou, normaal gesproken, niet door de ballotagecommissie zijn gekomen. Maar er zijn van die dagen dat ik mij realiseer, dat ik mijzelf voor de gek hou en een grote kans loop mijzelf tekort te doen. Dan breng ik het mentale proces tot stilstand en laat het onderbuikgevoel spreken. De synopsis, al dan niet versterkt door namen van regisseurs en/of acteurs, moeten mij verleiden tot kijken. Reviews probeer ik niet te lezen, ze zijn zo persoonlijk 😉. De eerlijkheid gebied mij om op te merken dat de aanrader van jotofilm –ja, af en toe sluipt een review mijn ooghoeken binnen, mij een extra duwtje heeft gegeven. Zijn enthousiasme leidde ertoe, dat ik wat research heb verricht naar de regisseur, Marco Kreuzpainter (1977) en de schrijver van het boek Der Fall Collini (2011), Ferdinand von Schirach (1964); het onderbuikgevoel had toch nog wat mentale ondersteuning nodig. Mijn primaire indruk van een saaie rechtbankfilm, of de zoveelste WO II-film kon ik bijstellen naar een film over een tijdloos dilemma: recht versus rechtvaardigheid.
Eén van de pogingen van de homo sapiens om een geciviliseerde en rechtvaardige maatschappij te creëren is het inrichten van een rechtstaat, met de intentie om een zo objectief mogelijk oordeel te vormen over die gebeurtenissen, die de regels van de wet overschrijden. Het probleem is dat dit proces wordt bedacht en uitgevoerd door mensen, subjecten. Dit leidt meer dan eens tot onbewuste, maar ook bewuste, gerechtelijke dwalingen.
Het door Von Schirach, zelf strafrechtadvocaat, knap geconstrueerde verhaal gebaseerd op een zwarte bladzijde uit de Duitse geschiedenis, kenmerkt zich door een minimale karakterontwikkeling. Eerst dacht ik dat dit te wijten was aan de noodzaak om het verhaal in twee uur tijd in beeld te brengen, maar de boekrecensies schetsen een zelfde beeld. Een bedachte toevalligheid schept ruimte –en wordt daardoor gelegitimeerd, om het dilemma ook vanuit een andere invalshoek te belichten en het verhaal boeiender te maken. Tekenend voor de Duitse, formele cultuur en daardoor ook voor de Duitse drama’s, is dat ze een zekere distantie creëert. De emoties in deze film zijn ingetogen, maar niet minder pijnlijk, zichtbaar. Binnen deze context zijn de acteerprestaties solide te noemen.
De montage van de jeugdherinneringen, kort maar krachtig, zijn zeer effectief. De herinneringen op zich zijn minder relevant dan de gerealiseerde onderstreping van het dilemma waar advocaat Leinen (Elyas M’Barek) mee worstelt. Toch is het een boeiende consistente film geworden, met af en toe een hobbeltje. Het shot waar de film mee eindigt vind ik overbodig, te Amerikaans. Ook zonder dit shot hield ik het al niet droog.
Naast het gerechtelijk proces, ligt de nadruk vooral op de mens die een leven lang lijdt onder het onrecht, wat hem en zijn naasten is aangedaan. Dat wordt nog eens versterkt door het ogenschijnlijke gemak waarmee zijn leed door de wereld wordt genegeerd. Door dit falende rechtssysteem wordt zijn rechtvaardigheidsgevoel getransformeerd tot een obsessie.
Misschien wel de belangrijkste vraag die in deze film opduikt is: moeten we de daden van mensen tijdens een oorlog anders beoordelen, dan bij vrede? Ironisch genoeg is het een Duitse term, Befehl ist Befehl, die hiervoor vaak als excuus wordt gebruikt. In oorlogen wordt de rechtspraak opgeschort en maakt plaats voor het recht van de sterkste. Een fenomeen wat zich heden ten dagen niet meer beperkt tot oorlogen. Door de komst van het internet en de daarbij groeiende macht van de (sociale) media, kan het zo maar gebeuren dat een gerenommeerde krant een tribunaal opricht, een aanklacht formuleert en de verdachte, zonder proces, door bloeddorstige hyena’s laat verscheuren. De geschiedenis herhaalt zich als een virus. Weliswaar gemuteerd en daardoor minder snel herkenbaar, maar later, veel later zal een van de hyena’s zeggen: Ich habe es nicht gewusst.
De dood is de enige zekerheid in ons leven; een wijsheid die ik al jong omarmde, omdat zij mij paradoxale rust brengt. Deze film heb ik al heel lang op mijn lijstje staan, maar ik bleef het maar uitstellen. Waarom?
Dit is slechts één verhaal, uit alle mogelijke variaties, die de eindfase van een leven in beeld brengt, maar wat minstens zo belangrijk is: vanuit welk perspectief, bekijk jijzelf deze film? Mijn perspectief is dat van een zeventigjarige, die al mensen om zich heen heeft zien gaan. Sommigen te vroeg, de meesten te laat. Rond mijn twintigste stelde ik vast, dat ik nooit ouder dan veertig wilde worden. De veertigplussers in die tijd -begin zeventiger jaren, vond ik geconditioneerde, in een keurslijf geperste zombies. Dat nooit, de dood was welkom!
Hoewel ik dus al dertig jaar in blessuretijd leef, gezond en tevreden, bevestigd deze film mijn levensfilosofie dat kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Mijn relatie tot de dood is in de loop der jaren niet gewijzigd, maar stel dat ik de film te confronterend vind en de omarming loslaat, wat dan? Ik heb hem gezien en haal opgelucht adem, de omarming is intact.
Over dit onderwerp zijn al talloze documentaires gemaakt, de een nog schrijnender dan de andere. Documentaires hebben een voice-over die je bij de hand pakt en je meeneemt; de boodschap is het doel. Michael Haneker doet dit niet en dat vind ik de kracht van deze film. Niet alleen het ontbreken van de voice-over, maar ook de minimalistische dialogen, samen met de snapshot montage, geven je het gevoel dat je door een fotoalbum bladert en niet naar een film kijkt. Hierdoor wordt er maximaal ruimte gecreëerd voor je eigen beleving. De dialogen met derden –dochter, buren en verzorgers, zijn iets langer en bevestigen, dat je in de laatste fase van je leven al bent verdwenen, voordat je sterft. De mens verwordt, als hij niet meer kan participeren in de samenleving, tot een object.
De uitstekend gecaste, Jean-Louis Tritignant (Georges) en Emmanuella Riva (Anne), zetten een meer dan geloofwaardig echtpaar neer, die de realiteit van een documentaire ver overstijgt. Ook Isabelle Huppert (dochter Eva) demonstreert haar talent op overtuigende wijze. Het ingehouden, maar stilistische camerawerk ondersteunt de acteurs oogstrelend, de muziek . . . . ontbreekt, met uitzondering van live en cd stukken. De kracht van de stilte benadrukt de isolatie van het echtpaar en voorkomt dat de kijker emoties worden opgedrongen. Aan het einde van de film ontvouwt zich dan toch het horrorscenario van deze zeventigjarige, wanneer Anne niet meer met Georges kan communiceren en haar eigen wil botst met die van hem. Dit wil je niet meemaken en gelukkig is Georges het met mij eens.
Misschien vraagt iemand zich na het lezen van deze review af: waarom toch maar een zeven? Het zal de leeftijd zijn. (😉)
Af en toe struikel je over een film waarbij je -naarmate hij vordert- je afvraagt: waar kijk ik naar? In het begin had ik het gevoel dat ik iets miste; dit is een interessant verhaal, maar het pakt me niet. Of andersom, het is een dertien-in-een-dozijn verhaal en toch intrigeert het mij. Het verhaal is gebaseerd op een waar gebeurde episode (1996) in het leven van Joanna Rakoff. In eerste instantie geschreven als radiodocumentaire voor de BBC, later uitgebreid naar haar memoires. Centraal staan de brieven, die mensen schrijven naar auteurs van boeken, die hen hebben geraakt, of zelfs hun leven hebben veranderd. De emotie die hierbij vrijkomt; herkenning, willen ze graag omzetten naar erkenning. Dit gegeven maakt de film dus universeel. Het kan zich overal ter wereld afspelen en je kunt auteur vervangen door bijvoorbeeld acteur en misschien zelfs een leraar op school; iemand, reëel of fictief, waarmee je je identificeert.
Literair agent Margaret (Sigourney Weaver) vertegenwoordigt onder andere de auteur J.D. Salinger (The Catcher in the Rye - 1951). Het boek werd een bestseller onder jong volwassenen, omdat zij zich herkende in de angstige hoofdpersoon, die zich vervreemde en kritisch opstelde, tegenover de oppervlakkigheid in de samenleving.
Naarmate het aantal brieven, vol met emotionele bekentenissen toeneemt, groeit de weerstand bij Salinger en hij gelast Margaret de brieven niet meer door te sturen. Joanna (Margaret Qualley) krijgt opdracht de brieven, te lezen, te rubriceren, te beantwoorden met een gepaste standaardbrief en ze vervolgens te vernietigen. Joanna herkent de menselijke behoefte en voelt zich steeds ongemakkelijker bij het uitvoeren van haar taak.
Langzaam aan word ik veroverd door deze film. Ik geef me over en zak vanuit mijn ratio naar mijn emotie. Er zitten diverse kleine verhaallijnen in, maar ze zijn zo alledaags, dat je ze als vanzelfsprekend absorbeert. De stijlwisselingen genereren een poëtisch effect en creëren een subtiele film die prachtig is om naar te kijken en een genot om naar te luisteren: playlists op Spotify.
Wij willen allemaal erkenning, we willen er toe doen. Als deze behoefte niet vervuld wordt, duurt het leven korter; maar deze film gaat op mijn lijstje van die films, die je langer bijblijven dan dat ze duren.
De intensie van de film, de boodschap die hij wil overbrengen, staat niet op mijn criterialijstje; acteren wel. Benedict Cumberbatch zet (alweer) een knappe prestatie neer en hij is ook de enige reden dat ik deze film heb uitgekeken. Zijn prestatie kan iemand verleiden tot een hoge waardering, maar wanneer ik de film in zijn totaal bekijk, blijft er een krappe voldoende over. De film is een eerbetoon aan Alan Turing, maar heeft, in tegenstelling tot zijn karakter, de diepgang van een pierenbadje.
Dit is een film over grensoverschrijdend gedrag. Nu, anno 2022, is het populairder dan ooit, er gaat geen dag voorbij of het is in het nieuws. Nu komt de hamvraag; vanuit welk perspectief is deze film gemaakt? Voor of tegen?
Allereerst ben ik onder de indruk van de hoge kwaliteit, kamerbreed, van deze productie. De muziek, jazz, is geweldig, acteerwerk van de twee hoofdrolspelers: outstanding, camerawerk, vooral de stroboscopisch aandoende mozaïek compositie aan het eind, vind ik geweldig.
De betere film onderscheidt zich, door de kijker toe te staan, om zijn eigen interpretatie in te brengen en zich daarmee een virtuele rol toe te kennen. Je bekijkt de film vanuit verschillende invalshoeken, zonder afbreuk te doen aan de kracht van het verhaal. Als we het verhaal, script, van deze film willen vertellen op basis van wat zien, zijn we snel klaar: twee hoofdrolspelers, een aantal minimalistische shots met wat secundaire karakters en veel tromgeroffel; That’s it!
Maar gezien door onze persoonlijke bril, zijn er meerdere versies mogelijk. De eerste, de meest voor de hand liggende is die van: het doel heiligt de middelen. Twee fantastisch acterende hoofdrolspelers: De leraar (Bully) – J.K. Simmons, een goed voorbeeld van typecasting, en de ambitieuze leerling (I am the greatest) – Miles Teller, bijna twee uur lang duellerend, wie het sterkste karakter heeft en –hoe kan het ook anders– de underdog komt zegevierend uit de strijd. Dit is niet zoals ik de film heb ervaren.
De twee ijzersterke hoofdrolspelers blijven ook in mijn versie overeind. De secundaire karakters worden gedegradeerd tot figuranten, karakters hebben geen inhoud. De enige functie die ze in de film hebben is om de omgevingsfactoren – noodzakelijk om de hiervoor genoemde kijker niet vroegtijdig te laten afhaken – in beeld te brengen. Omgevingsfactoren die, in mijn versie, dus ook achterwege hadden kunnen blijven. Wat er dan overblijft is een psychologisch drama, waarin twee mensen, ieder op hun eigen manier, een gemeenschappelijk doel nastreven. De omlijsting, de band, promoveer ik van figuranten naar een oo(g)rstrelende hoofdrol. In zoverre wijkt mijn versie nog niet heel veel af van de eerste, maar een ander kenmerk van de betere film is, dat als hij is afgelopen, hij je achter laat met een onbestemd gevoel, in dit geval: tegen welke prijs wordt het doel bereikt?
Ik ga het duel aan met mijn ego, die hier nog graag een uiteenzetting wil geven, over de prijs die is betaald. Maar ik ben van mening dat dit te ver gaat voor een filmreview. We vinden elkaar in een afsluitende, actuele vraag: waar ligt de grens van grensoverschrijdend gedrag?
Een teleursteling. Wanneer deze film veertig jaar eerder zou zijn gemaakt, in 1977, zou ik hem waarschijnlijk, om nostalgische redenen beter kunnen appreciëren. Er is geen moeite gedaan om een er een scenario voor te schrijven en men heeft één-op-één het boek (2010) gevolgd, met als gevolg dat er veel wordt weggegeven; een film vol met aaneengeschakelde spoilers. Slecht acteerwerk, alleen Chesnais als commissaris Rousseau –ondanks zijn slechte teksten, kan mij nog wel bekoren. Camerawerk is af en toe haperig. In het begin dacht ik nog aan een stilistische keuze, maar later was het verdwenen. Het is een zwak verhaal, maar met wat beter regiewerk, editing en muzikale accenten zou er zeker meer van te maken zijn geweest. Ik begrijp dat dit een film is uit een serie en daardoor zijn bepaalde scenes niet duidelijk als je de voorgaande films niet heb gezien, maar dit is geen excuus voor een gemakzuchtig in elkaar geflanste productie.
Ik heb deze film heel, heel lang geleden gezien en hij wordt op dit moment niet gestreamd. Ik koop geen dvd’s, dus waarom dan deze review? Eerlijk gezegd, twijfel ik zelf ook nog aan het nut ervan. Is het geen paarlen voor de zwijnen? Wanneer je dit leest, heb ik dus toch besloten de review –die geen inhoudelijke review is, maar eerder een beschouwende –, te publiceren.
Deze film is in 1973 uitgebracht en speelt zich af in New York 2022. Sciencefiction. Met de kennis van nu eerder prognosticerend. Toeval bestaat niet, waarom moet ik juist nu, in 2022, aan deze film herinnerd worden? De reden, heel kort, is dat de aarde zich nu in een situatie bevind, die slechts een fractie verwijderd is van die in deze film wordt getoond.
Ik situeer mijzelf op de maan, als ik mij een beeld van onze wereld probeer te vormen. Ik onttrek mij aan dit aardse moeras en probeer oorzaken, verbanden en gevolgen te ontdekken. Boeken, maar zeker ook films als deze, dienen als voedingsstof. Dit is niet de plek om mijn hele filosofische exercitie met jullie te delen, al is het alleen maar, omdat we nu in een tijd leven, waar zelfs filosofische gedachten letterlijk worden genomen en aanleiding kunnen zijn voor ongenuanceerde scheldpartijen. Maar is dat ook niet een teken van de degeneratie van de mens? Op weg naar zijn einde?
Mijn filosofische conclusie is, dat ondanks alle signalen door de decennia heen, –misschien wel eeuwen, wij als mens, als kuddedier, niet in staat zijn, (nog) niet voldoende bewustzijnszin hebben ontwikkeld, om op een verstandige manier met om onze aarde om te gaan. De mens ziet zichzelf als een intelligent wezen, dat daarmee het recht verworven heeft te mogen doen en laten wat hij wil. Hij bepaalt en niet de natuur. De overtuiging dat geluk alleen te vinden is door hebzucht is slechts één misvatting, maar wel een dominante. De rijkdom, die de technologische ontwikkeling met zich meebrengt, heeft bij ons het misverstand gevoed, dat intelligentie te verkiezen is boven bewustzijn. Het zullen die mensen zijn die zich losmaken van de kudde en hun eigen individuele weg kiezen, die het verschil maken. Of dit nog op tijd is, kan ik niet inschatten en vind ik daarom van minder belang. De winst zit in je bewustwording als mens, als weldenkend wezen, als onderdeel van de natuur.
Af en toe gebeurd het mij, ik kijk een film helemaal uit, de volgende dag, of iets later schrijf ik mijn review en wil mijn waardering toekennen en blijkt dat ik hem al gezien heb. Geen minuut van herkenning! Leeftijd? Kan ik zeker niet uitsluiten, maar ik denk dat er ook iets anders speelt. Door gebrek aan herinnering weet ik dus niet hoeveel jaar er tussen zit, maar de persoon die nu naar deze film heeft gekeken is niet degene die hem voor de eerste keer heeft gezien. Mijn gecultiveerde filmbrein is nu in staat, om de film te onderzoeken op, in dit geval, stilistische waarde. Vorige keer heb ik, denk ik, gekeken naar een Russische maffiafamilie, die door een onschuldige verpleegster in de problemen dreigt te komen. In veel films met een dergelijk plot wordt de spanning opgebouwd door de dreiging die deze vrouw te verduren krijgt: red ze het, of red ze het niet?
In mijn tweede versie kan ik geen spanning bij mezelf bespeuren. Op het moment, dat er in een scene de verwachting wordt gewekt, dat er iets gaat gebeuren, wordt deze alweer vrij snel weggenomen, doordat de door mij geanticipeerde gebeurtenis direct plaats vindt. Als bij een matroesjka pop, wordt er een laag afgehaald en vervolgens staat er weer een matroesjka pop, de verhaallijn blijft intact. Gefascineerd blijf ik kijken. Het geweld wordt op een bijna surrealistische manier in beeld gebracht, behalve de confrontatie van Nikolai (Mortensen) met de twee Tsjetsjenen, die is realistisch ;) gefilmd.
Een sterke cast, vooral Viggo Mortensen, die het verhaal draagt, maakt indruk. Naomi Watts in de rol van Anna, de verpleegster, heeft een bescheiden rol. Op het eerste gezicht is zij de tegenspeelster van Mortensen, maar hun relatie wordt niet uitgewerkt en haar karakter ook niet. Zo blijft haar rol beperkt tot die van brenger van het slechte nieuws. Haar karakter beweegt zich als een blond projectiel in een Russische flipperkast om reacties uit te lokken, die het verhaal gaande houden. Ik heb het gevoel dat de het verhaal zich in mijn hoofd sneller afspeelt, maar de beelden, als in slow motion, mij bij de les houden. Het is de vorm, de wijze waarop deze anti-maffiafilm is geregisseerd die hem zo sterk maakt.
Ik zie mijzelf, op een bankje in een park, naast David Cronenberg zitten. Ik vertel hem mijn hierboven opgeschreven analyse. Hij zit iets naar voren, ellebogen op de knieën, handen samengevouwen onder zijn kin en zijn blik vooruit naar mij te luisteren. Wanneer ik klaar ben, draait hij zijn hoofd langzaam in mijn richting en zegt na een korte pauze: ‘Really?’
Meer nieuws
Netflix Pathé Thuis Disney+ Prime Video CANAL+ NPO Start Apple TV+ HBO Max Viaplay Videoland Cinetree Film1 CineMember Picl SkyShowtime MUBI
Meer beoordelingenReacties Populaire filmsPopulaire series
Meer populaire films
Meer populaire series