Al Pacino deelt bijna-doodervaring uit coronatijd: 'Iedereen zat om me heen'

Een aantal van de grootste acteurs van de vorige eeuw zijn inmiddels flink op leeftijd, en dat geldt niet in de laatste plaats voor Godfather-icoon Al Pacino. De acteur die voor Martin Scorsese nog eens schitterde in The Irishman (2019) is op het moment van schrijven 84, maar niet lang na de release van laatstgenoemde titel keek hij de dood even serieus in de ogen. In gesprek met The New York Times vertelt de Amerikaan meer over wat er in 2020 gebeurde.
Noodsituatie
Al Pacino kreeg in de eerste maanden van de coronapandemie een serieuze vorm van covid-19 onder de leden, en die was zodanig dat hij zijn polsslag verloor en op den duur zelfs een tijdje het bewustzijn kwijtraakte:
Er moest een verpleegster aan te pas komen om te zorgen dat ik vocht binnenkreeg. Ik zat thuis, en op den duur was ik 'weg'. Binnen enkele minuten waren er toen een ambulance, (…) zes noodverplegers en twee dokters ter plaatse. Ze zagen eruit alsof ze van een andere planeet kwamen
Terug op aarde
De acteur benadrukt dat hij schrok van het moment waarop hij zijn ogen weer opende. "Iedereen zat om me heen. 'Hij is er weer', zeiden ze. 'Hij is terug'". Van een 'helder licht' of een ander bovennatuurlijk randje wil Al Pacino niets weten: "Er is verder niets", vertrouwde hij de krant toe. Wel heeft de bijna-doodervaring zijn blik op het einde veranderd. Zo is hij dankbaar dat hij kinderen heeft en dat veel mensen waarschijnlijk ook na zijn dood nog de films zullen bekijken waar hij in gespeeld heeft.
Zo nu en dan verschijnt Al Pacino nog altijd in nieuwe films, ook al is hij lang niet zo actief meer als in zijn dagen van weleer. Na The Irishman, waarvoor hij ook nog een Oscarnominatie kreeg, had de acteur ook nog een bijrol in het veelbekritiseerde House of Gucci (2021). Binnenkort verschijnt zijn biografie, Sonny Boy.