filminfo heeft 276 reactie(s) geplaatst.
Tussen 2006 en 2009 heeft Charlie Brooker een terugblik op het jaar gedaan op ITV, zoals hij ook deed voor de hoogtepunten van het televisiejaar. Nu hij een contract heeft met Netflix en veel succes met Black mirror, en 2020 een ongelooflijk jaar was (de eerste corona-lockdowns, Brexit en de verdeeldheid in Trumps Amerika), mocht hij opnieuw een eindejaarsspecial maken maar met een groter budget. Hij interviewt zogenaamd mensen uit verschillende lagen van de bevolking en heeft een sterrencast bereid gevonden om die rollen in te vullen. Diane Morgan doet een typetje dat erg lijkt op Philomena Cunk, wat niet verbazend is omdat Brook ook daar teksten voor schreef. Brooker is ook geregeld te horen als hij de vragen stelt als James de interviewer. Omdat de pandemie nog niet ten einde was, kwam hij een jaar later met een vervolg: Death to 2021.
Kostuumromance naar het boek van Karen Blixen, dezelfde auteur van Out of Africa, maar dit verhaal is veel luchtiger, en zelfs komisch te noemen. De film gaat over een kunstenaar aan het hof in een Groothertogdom, die de oudere koningin weet te verleiden om hem meer werk te geven, maar ook dichter bij de beeldschone Ehrengard brengt, terwijl hij zich manoeuvreert tussen de intriges aan het hof. De kostuums en aankleding is naar ontwerp van voormalig koningin Margareth II.
Centraal in de film staan de 19 minuten die Amerika heeft om te reageren op een kernkop waarvan ze niet weten wie deze gelanceerd heeft, maar die aan miljoenen mensen het leven kan kosten. We zien dit cruciale kwartiertje vanuit het gezichtspunt van de leider van het crisiscentrum in het Witte Huis, de gedeputeerde voor nationale veiligheid, de president zelf en de familie en burgers die ze in het ongewisse laten. Sinds de wapenwedloop is de voorraad kernkoppen enorm afgeslankt, maar nog steeds voldoende om de aarde meerdere keren te vernietigen, en er lijkt geen scenario waarbij een tegenaanval een positief einde heeft. Zoals Bart Simpson zei: You're damned if you do and you're damned if you don't. Niet iedereen zal de opzet en boodschap van de film waarderen, maar de film is bijzonder knap gemaakt.
Dat gaat alleen op voor vertoning in Groot Los Angeles. Vertoning in Nederland is geen voorwaarde voor kandidaatschap. De afgelopen 5 jaar hebben alle grote films van Netflix slechts 2 weken in de bios gedraaid voordat ze op Netflix kwamen, korter voor HBO Max, langer voor Disney+. Er moet dus iets van een deal gesloten zijn dat bioscopen de titels goedkoop krijgen voor het recht van voorpremière. Misschien een doekje voor het bloeden tegen de moordende concurrentie.
In 2024 presenteerde Hallmark 3 vervolgen op Christmas at Cherry Lane waarvan dit de tweede is. Het verhaal van 1998 vertelt hoe het echtpaar elkaar ontmoetten dat we in het oorspronkelijke deel reeds gezien hebben. Het gezin uit 1960 doet veel moeite om een tijdcapsule te begraven die door een andere generatie gevonden moet worden, maar ik kan me niet herinneren dat we dit reeds gezien hebben, waardoor het verhaal een beetje geïsoleerd aanvoelt. In het verhaal uit 2015 speelt niet de bewoonster van Cherry Lane 7 de hoofdrol, maar de gasten die zich deze kerst aan haar opdringen. Hoewel het concept leuk blijft, vond ik dit de minste van de delen tot nu toe.
Wederom bezoeken we het huis op Cherry Lane 7. Zagen we vorig jaar welke families er woonden in 1953, 1973 en 2023, zo zijn we dit keer op bezoek met kerst 1951, 2003 en 2024. De bewoners van 2024 zijn dezelfde die er vorig jaar introkken, en het is een vervolg op hun relatie en adoptieverhaal. Het verhaal van 1951 is interessant omdat het de eerste kerst is in het net gebouwde huis en omdat de Korea-oorlog een rol speelt. Rode draad in alle drie de verhalen en centraal in het verhaal uit 2003, is hoe tradities de kerst mooier kunnen maken, maar tevens dat je als nieuwe familie ook nieuwe tradities moet omarmen.
Midden jaren 1980 was er een televisieserie The fall guy, een komische avonturenserie waarin Lee Majors zijn comeback maakte als voormalig stuntman die zich als huurling in gevaarlijke situaties begaf. Het eerste half uur van deze speelfilm zag ik totaal geen overeenkomsten met de serie, behalve het werkveld van de stuntman, maar het is kennelijk meer een oorsprongverhaal van hoe de carrière van de stuntman eindigde en hij voor het eerst (onbetaald) een zaak op zich nam. Het heeft niet de charme van de oude serie, maar er is wel chemie tussen Gosling en Blunt, die beide ook solo grappig overkomen, en als moderne interpretatie is de film redelijk geslaagd met een flinke knipoog naar de muziek en televisie uit mijn jeugd. Aan het einde van de aftiteling volgt nog een fragment met een gastoptreden van Lee Majors en Heather Thomas, het oorspronkelijke koppel.
Dit is de eerste van drie verfilmingen van boeken van Marina Adair die zich afspelen in St. Helena (of voor de films St. Madeline). Voor de vervolgen zijn niet alleen de titels veranderd, maar spelen ook dezelfde karakters de hoofdrol als in dit eerste deel, waardoor we hun relatie kunnen volgen van antagonisten (in deze film Autumn), naar partners (Summer) en verloofden (Valentine). Het verhaal van zowel Autumn als Summer is op hoofdlijnen gelijk: de nieuwe eigenaren van een wijngaard hebben tegengestelde ideeën en proberen klaar te zijn voor het jaarlijkse feest. Voor de kijker betekent dit dat je kan kiezen of je meer gecharmeerd bent van herfst of zomer en voor de boekliefhebbers ligt deze film dichter bij het boek dan Summer in the vineyard doet voor het boek Summer in Napa.
Het Leitmotiv van deze film is de jongere zus die niet wil dat haar oudere zus dier droom opgeeft, omdat ze haar zus nodig heeft om de weg te plaveien voor haar eigen vrije keuze. Het verhaal voelt als een klassiek jeugdavontuur, komisch en magisch, maar dan voor young adults, en is gestructureerd als een musical, maar dan zonder gezongen plot. De productie was in handen van Tim Bevan, wiens vorige film Matilda (wel een musical) ik ook al bijzonder fraai vormgegeven vond.
Het is pas 3 jaar geleden dat de Zweedse film Ur spår het licht zag, en er is inmiddels een vervolg. Waarom het nodig is om er een Noorse remake van te maken is me niet duidelijk. De humor in de pogingen om een kind te verwekken is verwijderd, waardoor het geheel dramatischer overkomt, en humor en drama zijn onvoldoende in balans. Ik denk dat het origineel er beter in slaagde om dit verhaal te vertellen. Op het moment van schrijven zijn zowel het origineel, de sequel en de remake op Netflix te vinden, en doordat beide een vergelijkbare Engelse titel hebben kan dit verwarrend werken.
Stephen King heeft een regeling dat beginnende regisseurs de rechten op zijn onverfilmde korte verhalen kunnen kopen voor $1 en daarmee krijg je de kans om te laten zien wat je kunt, en worden kijkers getrokken door de schrijver van het originele werk. De meester is zelf uiteraard niet betrokken en dat leidt vaak tot een teleurstellend resultaat, en dat is hier ook het geval. De film speelt zich af in 1999 en het heden, maar ademt de sfeer van de jaren 1950, zonder dat duidelijk is waarom dat is. Het aapje uit de titel bespeelt de trommel in plaats van de klassieke cymbalen. Het begin is wel grappig, maar verder kan ik er helemaal niets van maken.
Een lieve jeugdfilm over een naïeve jongen die geen vrienden heeft en 's nachts alleen thuis is, maar dat nooit als een probleem ervaart. Het wordt een fantasiefilm genoemd, maar dat klopt niet helemaal, omdat alle fantastische elementen 's nachts en/of in zijn dromen gebeuren, dus de kijker mag zelf bepalen of hij bezoek krijgt van een fee of dat hij droomt van een moederfiguur. Op de aftiteling staat ze gewoon als "De fee" maar een database als TMDB vermeldt haar als "The Supernatural Existence of Hodder's Mother"; ik zou zeggen dat dat teveel invulling is. De film is gebaseerd op een boek van Bjarne Reuter, die ook verantwoordelijk was voor de televisieserie Busters verden, die ik in mijn tienerjaren zag, en die ook handelt over pesten op school en een droomwereld waarin je speciaal bent.
Sinds kerst 1991 toont de BBC met grote regelmaat de film Bernard and the genie, een kerstkomedie met Lenny Henry, Rowan Atkinson en Alan Cummings. Meer dan 30 jaar later krijgt Richard Curtis een groter budget om een remake te schrijven van zijn tv-film. De plaats van handeling is verplaatst naar Amerika, maar veel van de verhaalelementen zijn overeind gebleven, en Alan Cummings speelt ook in deze film een rol. De film bewijst dat een film niet grappiger wordt als deze langer is en meer geld heeft voor speciale effecten. Helaas gaat ook op dat hoe meer je uitlegt over een magisch element, hoe minder er van klopt. De doos is 2000 jaar oud, en ze heeft al een paar uitstapjes gemaakt, maar de laatste keer dat ze uit de doos kwam was 2000 jaar geleden. De djini overtuigt ook niet met de dingen die ze wel en niet weet, terwijl het thema van de oude film juist de tegenstelling was van een oude djini in modern Engeland.
De meeste films over loterijwinnaars gaat over hoe ze met het geld omgaan en hoe hun leven verandert na het winnen van een groot bedrag. Deze film van regisseur Peter Schrøder is meer een variant van een comedy of errors, waarbij de ene leugen de andere leugen veroorzaakt en je relaties met vrouw, vrienden en collega's danig op de proef worden gesteld. De hoofdpersoon is een goedzak, en het is een grote daad van verzet dat hij het prijzengeld zelf houdt, maar zijn karakter verandert niet echt, en daar maakt de klaploper onder zijn vrienden behoorlijk misbruik van. Aardig gedaan maar niet heel bijzonder.
In 1978 debuteerde Leif Persson met zijn romans over inspecteur Johansson, die alle drie verfilmd zijn. Deze film is gebaseerd op zijn debuutroman, waarvan de titel meer verraadt over de ontknoping dan de titel van de film. Voor de mensen die boek of film destijds bekeken, zal het niet veel uitgemaakt hebben, omdat het algemeen bekend was dat de schrijver in zijn vorige werk rechercheur was en dat hij ontslagen werd als klokkenluider in een prostitutieschandaal. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat de film opent met een saaie stake-out bij een bordeel, en ook de rest van de film lijkt geïnspireerd te zijn door het schandaal. Hetzelfde schandaal inspireerde de makers van Call girl (2012), ook al biedt dat een meer dramatische kijk op de omstandigheden. Hoofdrolspeler Sven Wollter herhaalt zijn rol in I lagens namn.
Vanaf vandaag op Netflix.
De scenarist Alan Trustman handelde in vastgoed, net als Thomas Crown in deze film, en hoewel de focus van de film draait om een bankoverval, weet hij wel een aardige steek onderwater te geven naar zijn vakgenoten. Trustman was goed in zijn vak, en kon voor zijn 40e met pensioen. Aan de overkant van de straat zat een grote bank, en hij fantaseerde de perfecte bankoverval. Net als in Strangers on a train kennen de daders elkaar niet, en hoewel het zesde zintuig van de verzekeringsrechercheur de toets der kritiek niet passeert, heeft de opbouw van het beeld in meerdere panelen iets dynamisch en is de muziek bepalend geweest voor de laatste montage. De film uit 1999 kan niet echt een remake genoemd worden, hoewel de rode draad gelijk is gebleven rond in dat geval een kunstroof. Faye Dunaway, die de rechercheur speelt, heeft een cameo in die minder geloofwaardige modernisering. Beide versies zijn op Amazon Prime te zien, die ook van plan is een derde versie te maken waarin de misdaad weer gewoon een bankoverval is.
In de categorie kinderen en dieren is Amanda een paard. De film voegt magie toe aan het gegeven, vanuit de fantasie van het kind, waardoor een avontuurlijk geheel ontstaat. Kieran Culkin is aandoenlijk, en vooral in de scènes met Tracey Walter, die een priester speelt, toont Culkin een humor die meer natuurlijk overkomt dan we bij zijn broer Macaulay ooit gezien hebben. De rol vraagt echter niet veel acteervaardigheden, maar het is wel leuk om te zien welke toekomst er voor hem in het verschiet ligt.
Het is altijd lastig om een populaire figuur uit sketches met succes over te brengen naar het witte doek, en ook in deze film is duidelijk te zien dat de afzonderlijke scènes van een betere kwaliteit zijn dan de film als geheel. Het karakter van Ali G. poogt een satire te zijn op de ghettocultuur, maar verliest daarbij vaak de grens tussen satire en werkelijke cultuur. De film zal daarom vooral bij een jong publiek aanslaan, maar is gekeurd voor 16 jaar en ouder.
Het succes van het karakter is gelegen in zijn politieke incorrectheid, maar de lading banaliteit wordt zo groot dat de wel degelijk goed geschreven scènes lijden onder die ballast, als een hamburger die overladen is met zoveel piccalilly, dat de meeste mensen er met moeite doorheen komen, en de mensen die het gebodene sowieso smakeloos vinden beter helemaal kunnen wegblijven.
Nee, er bestaat zowel een versie uit 1915 als een versie uit 1938 en de informatie bij deze film klopt voor de versie uit 1915.
Als komedie zal de film niet bepaald voor het realisme gaan, maar ze kwamen behoorlijk dicht bij de waanzin die zich in de moderne kunstwereld afspeelt. Niet de hele kunsthandel, maar het gedeelte van de handel waar de kunstenaar zelf totaal onbelangrijk is en waar rijke echtparen hun geld willen investeren in beginnende kunstenaren die een potentieel hebben om later veel geld waard te worden. Ze weten vaak niks van kunst, vinden schilderijen mooier naarmate ze duurder zijn en als invloedrijke personen een gok wagen met een bepaalde kunstenaar, kan er vaak een run ontstaan op het werk van die kunstenaar. Het echtpaar getoond in de film deed me erg denken aan het echtpaar in de documentaire Made you look, die verontwaardigd zijn als de door hen geroemde kunst vals blijkt te zijn en de galeriehoudster zonder bewijs betichten van fraude. Ook de andere kopers en vertegenwoordigers zijn goede karakters, maar als misdaadkomedie krijgen we weinig achtergronden van de misdadigers en dat is een gemis.
Hugh Grant zet in deze film een karakter neer zoals je die zelden ziet. Hij vult zijn leven met leugens en imago, maar is tegen ons als kijkers buitengewoon open. Zijn hele huisinrichting is er louter op gericht om indruk te maken op (vrouwelijke) visite, en je hebt nu niet bepaald de indruk dat hij echt blij is met alle vrijheden die hij zich kan veroorloven. Dit contrast zorgt voor veel humor, en het nuchtere buitenbeentje dat hem een andere kant van het bestaan laat zien weet nog de show te stelen ook. Een bijzondere film, maar geen dijenkletser.
Arturo Pérez Reverte stopt veel historische details in zijn boeken. In zijn roman El Club Dumas gaat het om drie staten van hetzelfde 17e eeuwse werk waar een verzamelaar er reeds één van heeft en goed wil betalen voor de andere exemplaren. Voor de ware bibliofiel is dit echter een horrorfilm, als oude boeken met vette vingers aangepakt worden, in het volle licht in de vensterbank geplaatst worden of meegezeuld worden op een reis door Europa en door de regen.
De film doet denken aan een detectiveraadsel, maar de kijker kan het raadsel niet zelf oplossen. De kijker kan wel beter op de hoogte zijn van wat er met de hoofdrolspeler gebeurt, dan dat hij zelf is, maar een onoplettende kijker hoeft maar één bepaald detail te missen om de film volledig anders te interpreteren. Hoewel de film de spanning er goed in houdt, komt het einde als een donderslag bij heldere hemel, en er had wat meer motivatie en plotexplicatie in de film gestopt kunnen worden om dit einde bevredigend te maken.
Een goede partnerfilm is Uncovered/1994, een eerdere roman van Pérez die zich op dezelfde wijze in de klassieke schilderkunst onderdompeld.
Hoewel er sceptici waren over een live-action versie van de stripheld, in het licht van recente mislukte films, heeft deze Franse film behoorlijk wat juweeltjes voor de kijker in petto. In de beeldvorming is zeer dicht bij de strip gebleven, zowel in kleuren als in de casting. Vooral Julius Caesar en Agecanonix (Nestorix) lijken erg goed, en de toevoeging van Roberto Benigni als Detrius brengt extra humor met zich mee. Het enige nadeel is dat regisseur Claude Zidi beweert dat het een origineel verhaal is, terwijl je de opening in het album De Ziener kunt terugvinden.
Of het nu om tassen met geld gaat of tassen met hoofden, meestal draait het in dit soort films uit op een hoop geren achter de tas aan zonder veel plotontwikkelingen. Doordat de rechtmatige eigenaar van de tas echter niet op de hoogte is van de plaats waar deze zich bevindt, krijgt Joe Pesci de kans om een berekende crimineel neer te zetten, hetgeen veel komische momenten oplevert. Vooral de acteurs David Spade en Todd Louiso, die een stel gemartelde studenten spelen, geven veel leven aan deze vermakelijke film, die nooit echt hilarisch wordt.
Meer nieuws
Netflix Pathé Thuis Disney+ Prime Video CANAL+ NPO Start Apple TV HBO Max Viaplay Videoland Cinetree Film1 CineMember Picl SkyShowtime MUBI
Meer beoordelingenReacties Populaire filmsPopulaire series
Meer populaire films
Meer populaire series