Recensie 'Kneecap'
Overdonderende trip vol harde raps

Dat de Ieren met een accent praten mag algemeen bekend zijn. Dat ze een eigen taal hebben, is minder bekend. Het is van oorsprong een Keltische taal en één van de oudste talen ter wereld. Een taal die totaal niet klinkt als het Engels en veel meer iets weg heeft van de Scandinavische taal. Die taal speelt een belangrijke rol in deze energieke muziekfilm Kneecap (2024) over een trio Ierse rappers die deze taal in ere houden.
Vrijheidsstrijders
"Elk woord Iers dat je spreekt, is als een kogel afgevuurd voor Ierse vrijheid," Dat zegt Arló Ó Cairealláin (Michael Fassbender), de vader van Naoise en Liam. Hij was lid van een republikeinse paramilitaire partij die het Iers, ook na het ondertekenen van het Akkoord van Belfast, hoog in het vaandel hield. De jongens zijn geboren na het akkoord maar weigeren het Engels te praten. Onder hun artiestennaam Móglai Bap (Naoise), Mo Chara (Liam) en DJ Próvai (JJ ) vormen ze samen de rapformatie Kneecap (verwijzend naar de straf op drugsdealers door de IRA, waarbij ze door de knieschijven werden geschoten) die in korte tijd razend populair worden met hun raps die veelal gaan over seks, drugs en alcohol en waarin de anti-Britse sentimenten niet van de lucht zijn.
Grappig genoeg bestaat de band echt en spelen de bandleden zichzelf in dit verder gefictionaliseerde verhaal. Dat doen ze echter opvallend naturel. Regisseur Rich Peppiatt, die eerder al een muziekvideo maakte van de band, doet dit met veel vaart, veel humor maar schuwt ook de controverse niet. De film mag dan gaan over de opkomst van deze provocerende band, maar gaat in essentie veel meer om de Ierse identiteit - iets wat nog altijd speelt op het eiland - en het maatschappelijke belang van de taal.
Visuele trip vol goede muziek
Het is knap hoe een film over een relatief onbekende Ierse band zo visueel overdonderend kan zijn en je volledig meeneemt in het verhaal. Zelfs de raps zijn goed en blijven al snel in je geheugen hangen. De film heeft vaart en humor. Die humor zit hem vooral in het contrast. De twee broers komen uit de achterbuurt, terwijl de dj de veel oudere muziekleraar uit de goede buurt is maar de Ierse taal levend wil houden. Omdat hij zich niet zo in het openbaar kan vertonen, heeft hij tijdens het optreden een kleurrijke bivakmuts op. Terwijl hij zijn geheime leven vol drank en drugs angstvallig verborgen probeert te houden, duurt het niet lang voordat iedereen weet wie hij is.
De film werd al snel opgepikt door het Sundance Film Festival en veroverde vanaf daar de wereld. Ook werd de film ingestuurd voor de shortlist van de Beste Buitenlandse Film voor de Oscars. Dit is een film die je zeker niet mag missen. Er zit voor ieder wel wat wils in. En prijs jezelf gelukkig dat de film ondertiteld is, want aan de taal is geen touw vast te knopen. Blijf bij de aftiteling ook vooral zitten want dan komen de echte archiefbeelden van de rapformatie voorbij, die opvallend genoeg in mega grote stadions optreden.