Recensie 'A Haunting in Venice'
Poirot op de griezeltoer

Regisseur en acteur Kenneth Branagh kruipt voor de derde keer zowel voor als achter de camera voor weer een ouderwetse whodunit naar het boek A Halloween Party van Agatha Christie. Branagh is Hercule Poirot, de Belgische detective die deze keer in Venetië een moord mag oplossen.
Praten met de doden
Het is 1947, net na de Tweede Wereldoorlog en in de tijdlijn zitten we tien jaar na het boek Death on the Nile. Poirot is met pensioen en leeft in een zelfverkozen ballingschap in Venetië. Hij doet geen zaken meer en hoewel iedereen hem nog probeert te strikken, houdt hij zich verre van waar hij goed in is. Totdat op een dag de bevriende Amerikaanse schrijver en concurrent Ariadne Oliver (Tina Fey) opduikt en Poirot overhaalt een Halloween-seance bij te wonen in een palazzo aan het water. De dochter van Rowena Drake, Alicia, heeft zelfmoord gepleegd en de spirituele en helderziende mevrouw Reynolds (Michelle Yeoh) zal haar geest oproepen. Poirot is sceptisch, maar laat zich overhalen mee te gaan. Samen met zijn lijfwacht en oud-politieagent Vitale (Riccardo Scamarcio) vertrekt hij. Hij bevindt zich in een bont gezelschap van mensen die allemaal een band met Alicia hadden. Al snel vind de eerste moord plaats en is het aan Poirot om uit te zoeken wie de dader is.
Scenarist Michael Green, die ook de scenario's schreef voor de twee eerdere films van Branagh als Hercule Poirot, Murder on the Orient Express (2017) en Death on the Nile (2022) - tevens de twee meest bekende verhalen van de besnorde speurneus - baseert zijn scenario losjes op de eerder genoemde roman. De setting is verhuisd naar het zonnige Venetië, dat al snel wordt ingeruimd voor een donker statig pand waar de geesten van verschillende kinderen ronddwalen. Dit is tevens de eerste verfilming met een horror-tintje, een kleine weliswaar, want het blijft natuurlijk wel een Disney-productie. Daar waar het plot en de clou van Death on the Nile redelijk voorspelbaar waren, zo onvoorspelbaar is A Haunting in Venice (2023) geworden.
Christie schreef in totaal 33 boeken met Poirot in de hoofdrol, dus als Branagh het zou willen, kan hij voorlopig nog wel even door. De interesse van de geboren Ier is breed, zo bewerkte hij al vele Shakespeare-verhalen en heeft hij ook al zijn tanden gezet in (super)helden als Thor (2011) en Jack Ryan: Shadow Recruit (2014). Voor de cast kon hij rekenen op een aantal oude getrouwen zoals Jamie Dornan en de talentvolle Jude Hill, die beiden te zien waren in de meest persoonlijke film van Branagh, Belfast (2021).
Constante factor
Hoewel de toon en de setting van dit derde Poirot-avontuur anders zijn, is er wel een constante factor, namelijk Branagh zelf als Poirot, met zijn lijzige blik en zijn Franse accent. Deze film ziet er qua camerawerk, productie en art direction goed uit. Voor de soundtrack tekende de IJslandse componist Hildur Guðnadóttir, die een bijpassende sfeer weet te creëren. De film is qua cast en verhaal minder flamboyant dan zijn voorgangers, als sinister moordmysterie met een vleugje spiritualiteit en horror is dit deel een welkome afwisseling tussen de whodunits van Christie.