Recensie 'Patriots Day'
Bittere tragedie op een dag van vrijheid en onafhankelijkheid

De laatste amateurlopers naderen de finish van de Boston Marathon. Het is 15 april 2013, en Boston viert Patriots Day. Een dag vol feestelijke sportiviteiten, die gedijt op de historische strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid. Wanneer er plotseling twee bommen afgaan in het publiek, verdwijnt de feestvreugde als sneeuw voor de zon. De daders weten te ontkomen, waarna een getergde politiemacht alles op alles zet om hen voor het gerecht te krijgen.
Of het nodig en respectvol is om anno 2017 al een film over deze aanslag uit te brengen, mag onderwerp zijn van discussie. Zeker is wel dat de regisseur zorgvuldig is omgesprongen met het overvloedige bronmateriaal. Vooral in het eerste gedeelte van de film spelen archiefbeelden een belangrijke rol in de reconstructie van de ramp. Peter Berg lijkt op enkele momenten voorzichtig te verwijzen naar de film JFK, Oliver Stones magnum opus over de aanslag op John F. Kennedy. Ook in die film werden de waarden van de Amerikaanse democratie bedreigd, en stond in de nasleep de gedreven klopjacht op de dader(s) centraal. Toch bestaat er ook een cruciaal verschil tussen beide films. JFK was kritisch op de eigen overheid, en haar mogelijke rol in de aanslag. In Patriots Day worden goed en kwaad veel duidelijker van elkaar onderscheiden. Het is inmiddels een cliché geworden in het repertoire van Amerikaanse rampenfilms: met het kwaad (in dit geval islamitisch terrorisme) wordt afgerekend, en Amerika komt sterker en verenigd uit de strijd naar voren.
Burgerlijke heroïek
En daar wringt het toch flink. Peter Berg en zijn vaste actieheld Mark Wahlberg trappen hiermee immers in de val die ze vorig jaar wisten te vermijden bij het maken van Deepwater Horizon. Die film draaide echt om de ramp (in dit geval op een booreiland), terwijl Patriots Day zich primair concentreert op de veerkracht van de burgers die haar moeten verdragen. Dat blijkt wel uit de incorporatie van meerdere plotlijnen, waarin gewone burgers van Boston gevolgd worden in hun doen en laten voor, tijdens en na de aanslag. Deze pogingen van Berg de heroïek van individuele burgers uit te dragen zijn onnodig en komen de coherentie van het plot niet ten goede.
Denk niet zwart-wit
Ook daarbuiten wil Patriots Day maar niet overtuigen. De actie is sterk gefilmd, maar op cruciale momenten te theatraal op script gezet. Het contrast wordt dan voelbaar met het eerste gedeelte van de film, waarin de archiefbeelden nog een aura van geloofwaardigheid verspreidden. De personages die namens de politiemacht de klopjacht leiden (naast Wahlberg ervaren acteurs als John Goodman, J.K. Simmons en Kevin Bacon) worden daarnaast te karikaturaal geportretteerd. Datzelfde gaat op voor de twee acteurs die de broers Tsarnaev spelen. Nergens biedt de film enig inzicht in de psyche van de daders. En dat is jammer, want gelaagde personages hadden de nodige diepgang kunnen creëren, zonder per definitie afbreuk te doen aan de ernst van de ramp. Nu rust Patriots Day te veel op een eenzijdige en kritiekloze moraal van zelfverheerlijking en - de filmtitel zegt het al - patriottisme.