Recensie 'Kong: Skull Island'
Milieubewust spektakel

Nadat King Kong zich twaalf jaar gedeisd heeft gehouden, keert de gigantische gorilla terug op het witte scherm. Nu zien we Kong in de context van de Koude Oorlog, omringd door spectaculaire CGI en onderhoudende personages. Al heeft Kong: Skull Island zijn tempo niet echt onder controle en vergist de film zich soms in wat het benadrukt, het vermakelijkheidsgehalte is zo groot als Kong zelf, en de film houdt er zelfs nog een actuele moraal op na.
Kong: Skull Island vertelt over een team ontdekkingsreizigers en soldaten dat in 1973 wordt uitgezonden naar een onontdekt eiland, waar de evolutie anders is gelopen dan in de wereld die wij kennen. Monsters bewaken het eiland, en de menselijke populatie vereert hen als goden. Als de groep het eiland betreedt en de omgeving verwoest met explosieve wetenschappelijke methoden, ontwaakt de koning van Skull Island. Zijn de wetenschappers en militairen tegen de enorme aap opgewassen? Of schuilt er meer achter het monster dan de groep denkt?
Nixon en Jefferson Airplane
Al vanaf het begin windt de film geen doekjes om de tijd waarin het speelt. De kijker wordt meteen met zijn neus op toenmalig president Nixon, Jefferson Airplane en de laatste dagen van de Vietnamoorlog gedrukt. Het is alsof op de achtergrond een afgezaagde compilatie van de beste hits uit de jaren 70 klinkt. Met een introductiescène waarin archiefmateriaal wordt getoond over het contrast tussen menselijke ontwikkeling en menselijke verschrikkingen, zet Kong: Skull Island een duidelijke toon voor zichzelf. Zeer ongenuanceerd wordt het klimaat van 1973 geschetst, maar in plaats van dat het er ergerlijk duidelijk bovenop ligt, worden de eerste scènes van de film juist een feest van herkenning.
Haastig spektakel
Na een vlugge maar precieze introductie van een aantal belangrijke personages, richt de film zich op het hoofdpodium van het verhaal: Skull Island. Vanaf dat moment worden we met iedere scène getrakteerd op prachtige special effects, goed gechoreografeerde gevechtsscènes en kleurvolle landschapsshots. Het enige probleem is het tempo waarin dit zich afspeelt. Kong neemt geen tijd voor goede dialogen, maar springt simpelweg van spektakel naar spektakel. Hierin blijft Kong ontzettend vermakelijk, maar snelt het langs wat interessante thema's.
Aanklacht tegen antropocentrisme
Wat het spektakel van Kong vooral inhoudt, is de vlekkeloze CGI. King Kong zelf ziet er op ieder moment geweldig uit, en gaat feilloos op in zijn omgeving. In dit natuurlijke karakter van Kong zit een niet zo subtiele, moderne boodschap over het milieu. Kong is een aanklacht tegen antropocentrisme, die op zijn hoogtepunt is als Samuel L. Jackson op zijn typische volume schreeuwt: "Kong is not king. Man is king." Terwijl de enorme aap vreugdevol zijn eigen habitat verwoest als hij zich simpelweg verplaatst, wordt ons duidelijk gemaakt dat de mens niet het centrum van de aardbol is, en dat er dingen bestaan die groter zijn dan wij.
De sterrencast zorgt voor bijna foutloze acteerprestaties, met onder anderen Brie Larson, John Goodman en John C. Reilly, hoewel deze geweldige cast door de snelle opvolging van spectaculaire momenten nergens echt wordt uitgedaagd en daarom niet zo goed gebruikt wordt. Een paar rustigere momenten met verdieping hadden Kong: Skull Island zeker goed gedaan, maar zoals de film nu staat is het niets dan vermakelijk en toont het een paar prachtige beelden.



6.7







































































