Recensie 'De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween'
Rare jongens, die Zweden

De historische uitstapjes langs de wereldleiders kunnen niet echt overtuigen, maar de belevenissen van de oude Allan worden hier op een heerlijk kneuterige toon opgediend. Veel meer dan in het boek krijgen de zonderlinge personages uit zijn entourage hier reliëf.
Het boek De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson en de verfilming door regisseur Felix Herngren zijn elkaars spiegelbeeld qua sterke punten. De vertelling over een 100-jarige die op zijn verjaardag het bejaardenhuis ontvlucht, per ongeluk een koffer met drugsgeld bemachtigt en met zijn nieuwe vrienden uit handen van een motorbende moet zien te blijven, is tevens een raamwerk voor het levensverhaal van deze Allan Karlsson. Het boek leidt ons daarbij langs allerlei wereldleiders en historische gebeurtenissen, waarin Allan toevallig genoeg steeds de hand gehad blijkt te hebben: van Franco, Stalin en Mao naar het Manhattan Project en de Siberische Goelag.
Licht absurdistisch
Hoewel hij Allan en zijn vrienden in de loop van het boek in leuke situaties plaatst, willen ze door Jonassons kale stijl maar niet tot leven komen. In deze verfilming lukt dat daarentegen bijzonder goed met het ensemble van Zweedse toneel- en televisie-acteurs dat regisseur Felix Herngren verzameld heeft. Allans nieuwe vriend Benny blijkt een heerlijke neuroot die bij hun eerste ontmoeting niet uit zijn woorden komt als hij probeert uit te leggen wat er mis is gegaan met zijn loopbaankeuze (hij is zowel bijna-psycholoog, als bijna-kok en bijna-zoöloog). Ook de leden van de motorbende krijgen reliëf, met als een van de hoogtepunten Hinken (Hompie in de Nederlandse vertaling van het boek): een bang, onnozel kind in het lichaam van een potige uitsmijter, die een onfortuinlijk ongelukje krijgt met een olifant. En commissaris Aronsson is goed getroffen als de man die zijn werk niet bijster serieus neemt, alles in zijn eigen tempo doet en zo constant achter de feiten aanloopt. Hij is het middelpunt van een aantal licht absurdistische gesprekjes die zich in een typisch Zweeds ritme voltrekken: vol aarzelingen en stiltes en zonder dat de gesprekspartners elkaar helemaal lijken te begrijpen. In dat soort kleine scènes ligt de kracht van Herngren.
Budgettaire beperkingen
Het spiegelbeeld is de tocht langs de wereldleiders. In het boek is dat het sterkste deel omdat we als lezer de gaten in Jonassons beschrijvingen en typeringen zelf kunnen opvullen. We hebben allemaal wel een beeld bij Harry Truman of New York in de jaren veertig. In de verfilming tonen die scènes duidelijk de budgettaire beperkingen van deze Zweedse productie. Dit is niet een film die met bravoure door de tijd zwiert, zoals Forrest Gump of recentelijk The Butler dat deed. In De 100-jarige man moeten we er veel zelf bij denken: een lege binnenplaats moet het Kremlin oproepen en een acteur met een Russisch uniform en een snor heeft in de verte iets van Stalin weg.
De makers zijn zich gelukkig bewust van hun beperkingen. Ze hebben Allans levensgeschiedenis behoorlijk ingekort en zo het aantal beroemde locaties en personages dat getoond moet worden drastisch teruggebracht. We keren na een historisch uitstapje snel genoeg terug naar het heden, waar de kneuterige uitstraling van deze film precies de juiste toon is voor de belevenissen van de onverstoorbare Allan Karlsson, zijn koffer met geld en zijn zonderlinge nieuwe vrienden.