Recensie 'Hemel op Aarde'
God behoede ons

"Werk nooit met dieren of kinderen," schijnt de legendarische komiek W.C. Fields ooit gezegd te hebben. En hij had natuurlijk gelijk, want het blijft een grote gok. Je kunt geluk hebben en een pareltje ontdekken als Quvenzhané Wallis, die als 9-jarige een Oscarnominatie in de wacht sleepte voor haar werk in Beasts of the Southern Wild. En je kunt pech hebben, zoals regisseur Pieter Kuijpers die zijn hele film Hemel op Aarde laat rusten op de schouders van een 14-jarige jongen die niet blijkt te kunnen acteren.
De vaste hand van Kuijpers zorgt weer voor mooie beelden in deze film, maar hij is er niet in geslaagd om Bram van Schie naar beter spel te coachen. En dat terwijl de film natuurlijk valt of staat met die hoofdrol van Van Schie als de 12-jarige Bart, samengesteld uit jeugdherinneringen van Kuijpers en scenarist Edward Stelder. Het verhaal speelt zich af in een niet nader benoemd Limburgs dorp (we zien de basiliek van Sint Odiliënberg) ergens eind jaren zeventig. En dat het eind jaren zeventig is zullen we weten ook. We krijgen én die oude videocamera, én Grease, én de button-rage, én de Wie-kent-kwis met Fred Oster, én de Polaroid-camera om onze oren. Bart groeit daar op temidden van de rituelen van de katholieke kerk en is ervan overtuigd dat hij een speciale band met God heeft. Die wordt op de proef gesteld als de mooie 16-jarige Moniek in zijn dorp komt wonen. Hij weet zich geen raad met zijn zondige gevoelens en dan blijkt Moniek ook nog eens ernstig ziek te zijn.
Dorpspriester
Zo knullig als die beschrijving van het plot klinkt, zo houterig is het ook uitgewerkt in de film. De eerder gememoreerde hoofdrolspeler spreekt zijn teksten uit met de dictie van een dorpspriester en het melodrama wordt veel te zwaar aangezet (ziekte, werkloosheid, diefstal, depressiviteit, financiële problemen, niets blijft ons bespaard) en ook nog eens aangedikt door de muziek van Rowwen Hèze. Gelukkig vormt Huub Stapel als Pastoor Oom Sef af en toe een mooi rustpunt en laat Van Schie's tegenspeelster, de Vlaamse Ella-June Henrard, wél zien een veelbelovende actrice te zijn.
Hemel op Aarde is volledig gesproken in het Limburgs dialect en zal voor mensen die daar zijn opgegroeid (zoals ikzelf) ongetwijfeld herkenning oproepen. En dan bedoel ik niet alleen het feit dat de katholieke kerk in alle aspecten van het leven verweven zit, maar ook typisch Limburgse onhebbelijkheden zoals het roddelen, het ophouden van de schijn en het wantrouwen jegens buitenstaanders. Het zijn die buitenstaanders die in dit verhaal het Limburgse vernislaagje proberen af te krabben. Barts Brabantse vader (Jeroen van Koningsbrugge) en zijn Vlaamse vriendinnetje zijn degenen die stennis schoppen, nota bene in de kerk. Dat soort elementen had in potentie een interessante film op kunnen leveren, maar de manier waarop het hier is uitgewerkt in scenario en spel grenst aan tenenkrommend.