Recensie 'Magnus'
Sublieme schaker, doorsnee docu

Zelfs al weet je niets van schaken, dan is de kans groot dat je het jonge schaakgenie Magnus Carlsen wel kent van de G-Star Raw modeposters. Regisseur Benjamin Ree's portret van de wereldberoemde Noor is charmant en bij vlagen meeslepend, maar door het gebrek aan diepgang voelt de film soms meer aan als een reclamespotje.
Verlegen Noors jochie
Ree's structuur is voor de hand liggend: begin met Carlsen die in 2013 strijdt tegen Viswanathan Anand om de wereldtitel, spoel daarna terug naar zijn jeugd om uiteindelijk weer bij het wereldkampioenschap te belanden. Dankzij vele video-opnames van Carlsens ouders krijgen we een duidelijk beeld hoe zijn jeugd eruit zag. Al snel blijkt dat hij een introvert is en vaak met zijn gedachten ergens anders. Ook ontdekken zijn ouders snel dat hij als kind al een uitstekend geheugen bezit en goed met getallen kan omgaan. Sterk geheugen? Goed met getallen? Dan zit er maar een ding op: schaken. Enkele jaren later en schaken is vrijwel het enige wat hem bezighoudt. Zijn middelbareschoolleven lijdt hieronder, maar ja, als je als 13-jarige een remise afdwingt tegen grootmeester Kasparov, dan is snel duidelijk welke richting je leven zal nemen. Carlsens schaakcarrière groeit snel en het duurt niet lang voor de inmiddels 23-jarige Noor oog in oog staat met vijfvoudig wereldkampioen Anand.
Charmant…
Ree's documentaire biedt charmante inzichten in het leven van Carlsen. Van zijn ouders en zussen kon hij in zijn jeugd altijd op steun rekenen, maar hij was ook vaak een buitenbeentje. Dat schaken niet een 'coole' sport was, hielp natuurlijk ook niet. Vooral bijzonder is een van de rustdagen tijdens zijn strijd met Anand. Carlsen was erg gespannen, maar zijn familie wist met de gebruikelijke familieactiviteiten hem af te leiden van schaken. Dit bleek ook het keerpunt in het kampioenschap te zijn, vanaf dat moment was hij ontspannen en begon hij te winnen.
…maar oppervlakkig
Ondanks leuke sfeerbeelden en interessante feiten blijft de documentaire toch oppervlakkig. Van analyse valt weinig te merken. Als we schaakwedstrijden zien, betekent dit meestal een hoop close-ups van Carlsen en zijn tegenstanders, nooit fijnzinnige analyses van wat Carlsen zo uniek maakt. Een kijkje in de ziel van Carlsen zit er ook niet in. De schaker zegt dat hij zijn demonen zelf te lijf gaat, want "niet delen is makkelijker dan delen." Dat is zijn goed recht en het is de taak van regisseur Ree om dit te compenseren met schaakkundige analyses van Carlsens genialiteit. Wat maakt Magnus Carlsen tot de "Mozart van het schaakspel"? Ree blijft hier vaag, Carlsen 'ziet' automatisch wat op het schaakbord allemaal mogelijk is. Intuïtie is natuurlijk haast onmogelijk in beeld te brengen, maar toch frustreert het dat Ree zich niet meer verdiept in Carlsens genialiteit. Ree zegt zelf dat Carlsen het schaakspel 'anders dan normaal' geleerd heeft, dat zijn stijl gekenmerkt wordt door speelsheid en nieuwsgierigheid. Hij wil weten hoe Carlsens hersenen functioneren, maar van dit alles is niets te zien in Ree's film.
Het blijft ironisch dat een documentaire over dé schaker van vandaag, nota bene bekend om zijn speelse creativiteit, als film zo stijf en voorspelbaar blijft. Ree's Magnus voldoet als algemene introductie voor niet-schakers, maar niet voor mensen die wachten op een echt kijkje achter de schermen. Magnus zelf verdient 5 sterren, de documentaire echter…