Recensie 'La tierra y la sombra'
Suikerriet en asregen

Op het platteland met je handen werken wekt vaak romantische associaties op, het simpele maar bevredigende bestaan. Van deze illusie blijft weinig overeind in César Acevedo's La tierra y la sombra, zijn poëtische regiedebuut waarmee hij op het filmfestival in Cannes de Caméra d'or won.
Terugkeer naar huis
Alfonso is een oude boer die na een jarenlange afwezigheid naar zijn vroegere huis in Colombia terugkeert, omdat zijn zoon Gerardo doodziek is. Gerardo woont met vrouw en kind bij zijn moeder Alicia, die nu natuurlijk niet al te blij is om Alfonso na al die jaren weer te zien. Gerardo's vrouw Esperanza werkt samen met Alicia dag in dag uit op de eindeloze suikerrietplantages die het overgrote deel van het omliggende landschap in beslag nemen. Een makkelijk bestaan is het niet, maar wat moet je anders? Vader Alfonso vertrok jaren geleden, maar liet Alicia achter. Esperanza zou het liefst ook willen vertrekken, zodat haar kind dit armzalige bestaan bespaard kan worden, maar Gerardo durft zijn moeder niet alleen achter te laten.
Isolement
La tierra y la sombra is het type film waarin veel gezegd wordt, maar waar ook veel belangrijke zaken onuitgesproken blijven. Voor deze mensen, met name Alicia, is het nagenoeg onmogelijk hun leven op het platteland op te geven, hoe erbarmelijk de omstandigheden ook zijn. Wanneer de arbeiders protesteren omdat ze al weken niet betaald zijn, zegt Esperanza dat ze toch net zo goed kunnen doorwerken, want thuis nietsdoen is ook geen optie. In de film wordt al snel duidelijk dat dit armoedige plattelandsbestaan wordt gekenmerkt door machteloosheid en isolement. Het kleine huis lijkt zelfs steeds meer te worden ingekapseld door de vlijmscherpe suikerrietstengels die als gevangenismuren over alles en iedereen uittorenen.
Apocalyptisch
Acevedo's film is allereerst een familiedrama, maar ook een verhaal over de exploitatie van arbeiders. Dit is al te zien in het fenomenale openingsshot waarin Alfonso moet uitwijken voor een aanstormende vrachtwagen die, zodra hij langsrijdt, veel stof letterlijk doet opwaaien en het landschap in een dichte mistwolk achterlaat. De werknemer die de woedende arbeiders moet geruststellen is ook vaak helemaal niet te zien en alleen maar te horen, alsof hij zelf geen mens is, maar slechts de wandelende megafoon van zijn werkgever. Niets toont de misère van dit bestaan duidelijker dan de asregen die volgt na het verbranden van suikerriet. De regen verandert het omliggende landschap in een mum van tijd in een apocalyptisch tafereel dat (natuurlijk) symbool staat voor deze hele way of life.
La tierra y la sombra is geen pretje om naar te kijken, maar regisseur-schrijver Acevedo weet de tragische schoonheid van zijn drama goed aan te scherpen met prachtige shotcomposities en effectieve tracking shots. Het project is ook heel persoonlijk voor Acevedo, omdat hij met de terugkeer van het personage Alfonso op symbolische wijze de reünie van zijn eigen ouders in scène kon zetten (die in werkelijkheid nooit heeft plaatsgevonden). Film als therapie? Een punt van kritiek zou kunnen zijn dat de complexiteit van de personages niet helemaal tot zijn recht komt door de enorme nadruk op de vertellende kracht van de cameravoering. Maar het feit dat Acevedo nu al de voorkeur geeft aan subtiliteit - show, don't tell - maakt van La tierra y la sombra een prachtig regiedebuut.