Recensie 'Moffie'
Schelden doet geen pijn

Regisseur Oliver Hermanus haalde met Skoonheid (2011) als een van de weinige Afrikaanstalige films de Nederlandse bioscopen. In Moffie, die goed ontvangen werd op het Filmfestival van Venetië, onderzoekt hij opnieuw toxic masculinity. Moffie is een Zuid-Afrikaans scheldwoord dat zoiets betekent als mietje. Iedereen die afwijkt van de norm – homoseksuelen, communisten, iedereen die 'zwak' is – is een moffie en daarmee een vijand van het leger. Hermanus hoopt met Moffie het stigma rond homoseksualiteit te doorbreken.
Op weg naar de hel
Nicholas Van der Swart (Kai Luke Brümmer) wordt zestien in 1981 en dat betekent dat hij dienstplichtig is. Er is nog sprake van apartheid en de burgeroorlog met Angola is bezig. In de trein richting het legerkwartier biedt een andere rekruut Nicholas drank aan. Hij weigert, waarop Michael (Matthew Vey) antwoordt: "weet je wel waar we heen gaan?" Al snel wordt duidelijk dat hun sergeant geniet van de vernedering van de nieuwe rekruten en als je een moffie bent staat je een opname op beruchte vleugel 22 te wachten.
Hermanus brengt het legerleven sterk in beeld. De cinematografie is mooi met intense kleuren, goede framing en een spel met diepte en scherpte. Het uiterlijk van de film contrasteert met de gruwelijkheden die erin voorkomen. Hermanus focust daar niet op. Hij brengt onder andere een zelfmoord vrij expliciet in beeld, maar er is geen tijd om er langer over na te denken. Na dergelijke gebeurtenissen wordt er abrupt geknipt naar een volgend moment. De soldaten moeten door en kunnen er niet bij stilstaan, dat geldt op deze manier voor de kijker ook. Dat dit echter niet werkt, blijkt wel als gebeurtenissen in gesprekken terugkomen en de personages steeds meer afgestompt raken.
Zwijgen zegt meer dan duizend woorden
De film is ook indrukwekkend vanwege het ingehouden spel. Brümmer brengt Nicholas' emoties via zijn gezichtsuitdrukkingen en houdingen met gemak over. Dat moet ook wel want er is geen ruimte in de film voor dialogen die de gevoelens van de personages uitleggen. Zeker als hij verliefd wordt op Dylan Stassen (Ryan de Villiers) is er een constante spanning dat mensen iets aan hem zullen zien. Hermanus wijkt bij Nicholas' realisatie van zijn verliefdheid even van zijn chronologische verhaallijn af met een flashback uit Nicholas' jeugd. Een ervaring die hem getekend heeft en die effectief in één take gefilmd is. Moffie wordt daarnaast ondersteund door de passende soundtrack. Klassieke muziekstukken creëren, net als de mooie cinematografie, een contrast met de rauwe werkelijkheid. De originele filmmuziek ondersteunt de spanning van de film, maar op de momenten dat het er echt toe doet zijn het de beelden die de boodschap overbrengen.
Ten slotte heeft de film een einde waarbij niet voor de kijker uitgespeld wordt hoe het met alle personages afloopt. Het laat de negatieve effecten van de oorlog zien, zonder te vervallen tot melodrama. Dat nodigt uit tot nadenken over hoe ver de gevolgen van de gebeurtenissen in de film nog door zullen werken. Precies dat geeft Moffie zijn kracht. De film geeft de kijker genoeg ruimte voor eigen interpretatie, maar maakt tegelijkertijd duidelijk hoe schadelijk het blind volgen van maatschappelijke conventies is. De soldaten worden gedwongen om binnen de gebaande paden te blijven, maar de bioscoopbezoeker wordt door Hermanus aangezet om juist te bedenken hoe het wél anders kan en moet.