Recensie 'Oppenheimer'
Historische biopic is spannend en Cillian Murphy subliem

De verwachtingen van Christopher Nolans eerste biopic waren hooggespannen. Nolan zelf omschreef zijn 3-uur durende epos over J. Robert Oppenheimer als een doodenge thriller over de uitvinding van de atoombom, soms een horror zelfs. Dat bleek wat overdreven. Oppenheimer (2023) is vooral een kundig en gedetailleerd historisch portret. Een menselijke dialoogfilm, maar wel over een van de gruwelijkste uitvindingen uit de menselijke geschiedenis.
De vader van de atoombom
Het is je moeilijk voor te stellen, hoe gigantisch de uitvinding van de atoombom destijds geweest moet zijn. Met een bom van slechts een paar meter kon je een in één klap een wereldstad van de kaart vegen. In een verbijsterende scène in Oppenheimer noemt Amerikaanse president Truman een lijstje van 20 Japanse kandidaat-steden op die geschikt zijn voor de eerste Amerikaanse atoomaanval. Oh nee wacht, 19 steden. Truman streept op het laatste moment Kyoto nog even van de lijst. Hij en zijn vrouw zijn daar recent op vakantie geweest en het blijkt een "prachtige stad" te zijn. Het laat zien hoe abstract het idee van de atoombom was. Ook te zien aan het Amerikaanse gejuich en geklap als de bommen uiteindelijk op Hiroshima en Nagasaki vallen. De echte hevigheid van de uitvinding daalt - ook bij Oppenheimer - pas in als het kwaad al geschied is.
Oppenheimer verfilmt American Prometheus (2005), de biografie over theoretisch natuurkundige en 'vader van de atoombom' J. Robert Oppenheimer, de leider van het Manhattanproject, het team dat het eerste atoomwapen vervaardigde. De film beslaat een periode van 25 jaar tussen de opzet van het Manhattanproject en de reeks hoorzittingen in de nasleep van de uitvinding, waarin politieke tegenstanders elkaar vernuftig tegen elkaar proberen uit te spelen.
Een sublieme Cillian Murphy
Cillian Murphy speelt de controversiële Oppenheimer, en hij doet dit subliem. Hij heeft de perfecte ambigue uitstraling die je verwacht van een dubbelzinnig persoon als Oppenheimer. De hele film vraag je je af: is Oppenheimer een opportunist gedreven door zijn genialiteit? Of zijn zijn bedoelingen goed en wil hij voorkomen dat Duitsland als eerste een atoomwapen vervaardigt? Deze dubbelzinnigheid verbeeldt Murphy perfect met zijn priemende blauwe ogen - die nooit helemaal goed in te schatten zijn. En het indringende close-up camerawerk van Nederlands-Zweedse cameraman Hoyte van Hoytema maakt hem nog intenser op het grote doek.
Gemiste kans met Pugh en Blunt
Wat een tegenvaller is, zijn de vrouwelijke personages. Hoewel Nolan met Florence Pugh en Emily Blunt twee van de grootste actrices van deze tijd heeft gecast, geeft hij ze weinig meer dimensies dan hun (gecompliceerde) liefde voor Oppenheimer. En de wens of Oppenheimer ze "de kwantumtheorie nog een keer uit kan leggen". Hier had meer ingezeten, en is een verkwisting van het talent van de actrices.
Nolan-sausje
Met Oppenheimer levert Nolan zijn eerste historische biopic af. En dat is even wat anders na de bombastische actiefilms als Tenet (2020) en Inception (2010). Het grootste deel van de film is dialoog en de hoeveelheid informatie die de film wil vertellen is groot. Maar met Nolans herkenbare sausje van intense blazermuziek (deze keer van Ludwig Göransson), indringende close-ups en ritmische montage, wordt het - zelfs in 3 uur - zelden saai. Af en toe wordt de Nolan-truc wel wat voorspelbaar, en zelfs een beetje misplaatst. Alsof je een gedetailleerd rechtbankdrama aan het kijken bent, terwijl je door een orkest hoorns uit je bioscoopstoel wordt gedrild. Maar het Nolan-sausje blijft - vooralsnog - effectief.