Recensie 'Florence Foster Jenkins'
Florence floreert onder leiding van Frears

Beethoven zei ooit dat een foute noot wel te vergeven valt, maar passieloos spel niet. Met zijn aimabele film over de 'slechtste zangeres ter wereld' toont regisseur Stephen Frears ons in extremo de werkelijke betekenis achter Beethovens woorden.
Een stem uit duizenden
Florence Foster Jenkins (Meryl Streep) behoort tot de sociale elite van New York in de jaren veertig. Ze is getrouwd met Brits aristocraat en amateuracteur St Clair Bayfield (Hugh Grant) en wordt beroemd door haar financiële bijdragen aan de muzikale wereld in New York, zoals het financieren van Toscanini's concerten. Zelf droomt ze ervan operazangeres te worden, ondanks het feit dat ze lijdt aan syfilis. Probleem is alleen dat haar stem doet denken aan nagels op een schoolbord. Dit heeft ze zelf volstrekt niet door en met echtgenoot St Clair - die haar koste wat kost tegen de waarheid wil beschermen - werkt ze vrolijk verder aan haar zangcarrière en geeft privéconcerten voor eigen vriendenkring. Wanneer ze besluit een groot concert in Carnegie Hall te geven, zal ze overgeleverd zijn aan de 'genade' van de critici en St Clair betwijfelt of zij dat aankan.
Passie voor muziek
Stephen Frears weet, net als in Philomena, het drama op een toegankelijke en komische manier te verfilmen en onnodig melodrama te omzeilen. Frears vermijdt het eenzijdig bespotten van Jenkins en benadrukt haar passie voor muziek. Frears vraagt ons of haar oprechte liefde voor klassieke muziek niet indrukwekkender is dan haar armzalige stem.
Frears wordt hierin bijgestaan door Streep die met haar komisch talent Jenkins als een aandoenlijke en nobele dame neerzet. Ook moet gezegd worden dat Hugh Grant, toch een van de meest getypecaste acteurs, niet onverdienstelijk acteert. Hij brengt humor in de wijze waarop St Clair anderen wanhopig overtuigt van de 'kwaliteiten' van Jenkins en tegelijkertijd is zijn devotie aan haar vertederend.
Variations on a theme
Wel is Florence Foster Jenkins soms te luchtig. De filmmakers besteden te veel tijd aan variaties op dezelfde grap: reacties op het verschrikkelijke zangwerk van Jenkins. Deze tijd had ook besteed kunnen worden aan het uitdiepen van pianist Cosme (die voornamelijk de vrolijke noot moet zijn) en de groeiende spanning tussen St Clair en zijn minnares Kathleen. Ook de scène waarin St Clair zijn minnares voor Jenkins verborgen moet houden komt te veel over als slapstick en geeft je het gevoel naar Fawlty Towers te kijken. De film bereikt door deze nadruk op humor net niet het niveau van de betere karakterstudies.
Desondanks blijft Florence Foster Jenkins het kijken waard door het acteerwerk en de empathie waarmee Frears naar deze zo makkelijk te bespotten vrouw kijkt. Frears staat volledig achter Jenkins en meent dat haar oprechte liefde voor muziek haar valse noten overtreft. Je zou je haast afvragen wat Beethoven van haar zou vinden.