Recensie 'The Killing of a Sacred Deer'
Beklemmend, banaal, gruwelijk

Yorgos Lanthimos (The Lobster, Dogtooth) beweegt zich met The Killing of a Sacred Deer van de tragikomedie naar de horror, en dat lijkt een vreemde zet te zijn voor de gevierde regisseur. Toch werken zijn eufemismen en de beruchte bijgaande acteerstijl ook in deze setting, en misschien past zijn stempel hier nog wel beter dan in zijn vorige werken.
In The Killing of a Sacred Deer volgen we Steven Murphy (Colin Farrell), een hartchirurg die het helemaal voor elkaar lijkt te hebben. Met zijn vrouw, de oogarts Anna (Nicole Kidman) en zijn twee ambitieuze kinderen woont hij in een ruim huis met een goed overwogen inrichting. Lanthimos grijpt iedere kans om deze welvaart te benadrukken, en schetst een op het eerste gezicht typische degelijke familie. Murphy ontfermt zich al een tijdje over de vaderloze tiener Martin, maar wanneer de arts het contact probeert in te perken, brengt Martin zijn verleden naar boven, waardoor de gehele familie Murphy in levensgevaar komt.
Anti-acteerwerk
Meteen in de eerste minuten herkennen we Lanthimos' stijl. Na een dramatisch shot van een kloppend hart volgen we Steven Murphy en zijn collega, die door de wandelgangen van het ziekenhuis lopen en een ongemakkelijk en schijnbaar onbelangrijk gesprek hebben over hun horloges. Het opvallendste is natuurlijk de acteerstijl, net zoals in Lanthimos' The Lobster. De meeste dialogen worden emotieloos voorgedragen, en gaan zelden over de belangrijke dingen uit het plot. Zelfs tijdens de meest kritieke momenten richting het einde van de film, toont The Killing of a Sacred Deer banale gesprekken die de spanning van de film ondermijnen. In The Lobster is dit het centrale punt voor de humor in de film, en hoewel The Killing of a Sacred Deer dat aan het begin ook pretendeert te hebben, verschuift de toon van de banaliteit van humor naar horror. Wanneer de film duidelijk richting de climax klimt, wordt het acteerwerk zo vervreemdend en contrasteert het zo erg met het angstaanjagende verhaal, dat het de gruwelijkheid alleen maar benadrukt.
Familiehorror
De tweede helft van de film speelt zich voornamelijk af in het huis van de familie, terwijl de eerste helft zich afspeelt in het ziekenhuis. Tijdens deze tweede helft wordt Farrells personage Steven geconfronteerd met de verschrikkelijke keuze die hij zal moeten maken. Op dat moment wordt de film gekenmerkt door een horror van familierelaties, en doet daardoor regelmatig denken aan Kubricks klassieker The Shining. De film doet wat claustrofobisch aan, niet per se in de ruimtelijke zin, maar juist doordat de relaties tussen de vier familieleden zo duidelijk getest worden en voor ons zo verwarrend zijn. In een opeenstapeling van bizarre gebeurtenissen en vreemde dialogen, worden we, als onschuldig publiek, meegetrokken in Lanthimos' wervelwind van gruwelijkheden.
Hoewel aan het eind van de film het probleem wat makkelijk opgelost lijkt te zijn, laat The Killing of a Sacred Deer vooral een benauwd gevoel achter. Het is het bewijs dat Lanthimos' bekende merkwaardigheid zich prima laat lenen voor de angstaanjagende film.