Recensie 'Spencer'
Een waargebeurde tragedie in een fictief jasje
.jpg?ts=1636536326)
Kerstmis staat voor de deur en de hele Britse koninklijke familie reist af naar het landgoed van Sandringham. Daar zal worden gegeten, gedronken en gejaagd, zoals ieder jaar gebeurt. De geruchten over affaires en echtscheidingen zijn lastig te negeren, maar iedereen doet enthousiast alsof er niets aan de hand is. Maar waar blijft Diana eigenlijk?
Prinses Diana, gespeeld door Kristen Stewart, is te laat. Ze ontbrak het prinselijk gezelschap en zal dus, tegen de regels in, later dan de koningin arriveren. Dat is ongekend en bijzonder onbeleefd, maar er is niks aan te doen. Diana heeft haar eigen auto gepakt voor het winterse weekend weg en is onderweg verdwaald geraakt. Met die onheilspellende scène opent Spencer (2021), de nieuwe film van de Chileense regisseur Pablo Larraín. We kennen hem van zijn biopics Jackie (2016) en Neruda (2016) en dramafilm Ema (2019).
Een fabeltje
Het is belangrijk dat we de film wel met een korrel zout nemen, waarschuwt Larraín in het begin: het is een fabeltje gebaseerd op een waargebeurde tragedie. In tegenstelling tot wat veel andere makers hebben geprobeerd, houdt de regisseur niet heel erg vast aan de feiten. Zijn film is een interpretatie van wat er die kerstvakantie gebeurd zou kunnen zijn. Tot zover de inleiding van het verhaal, en dat is ook voldoende. Het lot van Diana is bekend, en de ellende die eraan voorafging ook. Geen van de personages wordt daarom geïntroduceerd.
Een strakke choreografie
Het is best een onderneming, een hele koninklijke familie een weekend lang onderhouden op een gigantisch landgoed. De aanwijzingen van de chef en legerleiding zijn streng en duidelijk, en iedereen doet zijn uiterste best om alles zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Omdat iedereen zich zo braaf aan de voorgeschreven rollen houdt, valt het op dat Diana nogal afwijkt van het script. Ze komt te laat, draagt niet de juiste kleding op officiële momenten en haar ellende straalt van het doek af. Ze is precies waar ze volgens de traditie hoort te zijn, maar voelt zich totaal verloren.
De film vergroot dat contrast uit door gedisciplineerde werkwijze van het keukenteam en het leger uitgebreid in beeld te brengen. De scènes waarin we zien hoe de voorraden worden aangevuld en de maaltijden bereid, hebben af en toe iets weg van een dansvoorstelling, en ook de shots waarin het leger te zien is, hebben een choreografie waar je de melodie bijna onder hoort. Overigens is onder een groot deel van de film ook muziek te horen, en wel gecomponeerd door niemand minder dan Jonny Greenwood. Zijn soundtrack versterkt gedurende de hele film de onrust, angst en paniek van Diana die Stewart op imponerende wijze weet te spelen.
Spencer verliest zijn spanning geen seconde en sleept haar kijkers helemaal mee. De dialogen van Steven Knight zijn minimaal maar overtuigend, de vergelijking met Anne Boleyn is treffend en ook op cinematografisch vlak maakt de film indruk. Larraín geeft Diana postuum een klein stukje vrijheid terug. Het einde van de film voelt als een soort triomf, maar met de kennis van nu heeft het vooral een bittere bijsmaak.