Recensie 'La jaula de oro'
Een reis als symbool voor vele

Drie jonge migranten proberen vanuit Zuid-Amerika de VS te bereiken. Het is een reis vol ontberingen, maar ook met momenten van menselijkheid. Debuterend regisseur Quemada-Diez brengt het onopgesmukt, maar met een prettig ritme in beeld.
Het centrale beeld in La jaula de oro (de gouden kooi) is dat van een spoorlijn. Soms zien we de lege rails, omgeven en overwoekerd door het welige groen van het grensgebied tussen Guatemala en Mexico. Soms zitten we samen met tientallen migranten op het dak van een goederentrein op weg naar het rijke Noorden, in door debuterend regisseur Diego Quemada-Diez knap gedraaide scènes (waarin zijn jarenlange ervaring als cameraman zichtbaar is). En soms zien we de hoofdpersonen lopen over verlaten rangeerterreinen met verroeste tankwagons, omgeven door golfplaten huisjes, afgedankte spullen en rondscharrelende zwerfhonden.
Verzamelen van verhalen
Voor La jaula de oro heeft Quemada-Diez samen met Gibrán Portela en Lucía Carreras een scenario geschreven dat is gebaseerd op het jarenlang verzamelen van de verhalen van honderden migranten die vanuit Midden-Amerika de Verenigde Staten proberen te bereiken. In de film worden al die ervaringen gecondenseerd in de tocht van drie tieners: Juan (Brandon López), Chauk (Rodolfo Domínguez) en Sara (Karen Martínez). Zij proberen via de spoorlijn de Verenigde Staten te bereiken, op zoek naar een beter leven. De VS is de gouden kooi uit de titel, een rijk land dat letterlijk omgeven is door een groot hek. De drie lijken amper voorbereid op wat hun daar of onderweg te wachten staat. Ze worden hoe langer hoe meer een speelbal van degenen langs de route die misbruik maken van hun kwetsbaarheid.
Prettig ritme
Quemada-Diez vertelt het verhaal van de drie jonge migranten in een prettig ritme. Hij wisselt telkens dynamische, met de hand geschoten beelden waarin we dicht bij de hoofdpersonen zijn, af met rustige, wijdere shots. Dan komt de omgeving in beeld: het rijkgroene, heuvelachtige landschap, de wassende vrouwen en kruiende mannen in de dorpjes. Muziek en dans bij een kampvuur op een pleisterplaats wordt gevolgd door zwijgende beelden van de treinreis. De hectiek van een overval door een gewapende bende volgt de regisseur op met rustige beelden van de nasleep, als de hoofdpersonen zich moeten neerleggen bij wat er zojuist gebeurd is.
Het scenario zoekt mooi de balans tussen de ontberingen die de migranten doormaken en de momenten van menselijkheid en onbaatzuchtigheid die ook onderdeel uitmaken van de reis. Quemada-Diez heeft als cameraman een aantal keren samengewerkt met Ken Loach en het is duidelijk te zien dat hij veel heeft opgestoken van de Britse sociaal-realistische filmmaker. Met name het spel van de drie jonge, onervaren acteurs in de centrale rollen stuwt hij met zijn regie tot grote hoogten. Zij dragen de film en nemen de kijker mee op hun reis, die symbool staat voor de tocht die vele duizenden elke dag ondernemen.