Recensie 'The Painted Bird'
Kleurloosheid van de oorlog

The Painted Bird (2019) gaat over een Joods jongetje, Joska. Hij groeit op in de oorlog en wordt onderworpen aan allerlei gruwelen nadat hij op zoek gaat naar zijn ouders als zijn pleegmoeder overlijdt. De film ging in première op het filmfestival van Venetië en oogstte lof, maar resulteerde ook in veel walkouts vanwege de aanhoudende kwellingen die het hoofdpersonage doorstaat. Dat het de tongen losmaakt, net als het controversiële boek van Jerzy Kosiński waar het op gebaseerd is, is deels terecht.
Kinderen in oorlogstijd
Met zijn speelduur van 169 minuten is het natuurlijk de vraag of de film monumentaal genoeg is om die lengte te rechtvaardigen. De ontwikkeling van een kind te midden van de akeligheden van de oorlog is al vaker in films vastgelegd en in een kortere tijd; denk aan meesterwerken als Ivan's Childhood (1962) en Come and See (1985). De hoofdrolspeler uit die laatste film heeft zelfs een kleine rol in The Painted Bird.
Met hoofdrolspeler Petr Kotlár heeft regisseur Václav Marhoul een geweldige acteur ontdekt die er in ieder geval in slaagt om een overtuigend personage neer te zetten. Niet alleen heeft Kotlár een gezicht dat onschuld uitstraalt, met zijn grote ogen omlijst met lange wimpers, maar ook weet hij de emoties van Joska erg goed over te brengen. Hij heeft bijna geen tekst, maar dat valt eigenlijk niet op, omdat hij met zijn gezicht wel veel aan de kijker vertelt. Daarnaast is het ook thematisch passend dat hij weinig zegt, want zijn personage heeft net zo goed geen zeggenschap, hij is overgeleverd aan zijn omgeving. Naast Kotlár wordt ook de omgeving door de camera geobserveerd. De zwart-witbeelden zijn prachtig en komen zeker op een groot doek goed uit.
Misère schiet zijn doel voorbij
Hoewel de film vol zit met geweld en misbruik, is regisseur Marhoul soms spaarzaam met het expliciet in beeld brengen van de daden. Zo ongeveer elke misdaad die je kan bedenken komt voor: van verkrachting tot dierenmishandeling en moord. Deels geeft hij de ruimte om dingen zelf in te vullen deels wordt het geweld bijna karikaturaal. De manier waarop het hoofdpersonage keer op keer geconfronteerd wordt met de slechtheid van de mensheid is zo sterk aangezet dat de film toch ook als geheel hengelt naar shock.
Hoe makkelijk het grootste gedeelte van de personages een jong jongetje mishandelt, creëert een zekere afstand. Heel snel wordt duidelijk dat het alleen maar wachten is tot hij het volgende monster tegenkomt. Veel interessanter zijn de kleinere, rustigere momenten. Bijvoorbeeld als Joska met een scherpschutter in een boom zit en eindelijk wat rust heeft. Even lijken ze gewoon twee 'normale' mensen die in slaap sukkelen op een comfortabel plekje. Dat de scherpschutter vervolgens wraak neemt op dorpsbewoners steekt wél effectief af. Veel van de andere tragiek gaat verloren in de opeenstapeling van misère. Al weet het einde van de film ook als je afstand genomen hebt van de film, nog steeds indruk te maken.
Als je focust op de cinematografie en het acteerwerk is The Painted Bird zeker de moeite waard. Het is echter jammer dat de film zijn doel voorbij schiet met de manier waarop het een extreem pessimistisch mensbeeld naar het scherm vertaalt.