Recensie 'Blue Jasmine'
Woody Allen aan de West Coast

Na zijn reis door Europa keert de inmiddels 77-jarige Woody Allen met Blue Jasmine (2013) terug naar zijn geboortegrond. Geen New York dit keer maar de door de regisseur zo verafschuwde westkust van Amerika: San Fransisco. Van deze afkeer is overigens niet veel te merken, Blue Jasmine is een erg fijne film.
De nerveuze en narcistische Jasmine (Cate Blanchett) lijkt wel de vrouwelijke variant van de acteur Allen zoals hij te zien was in zijn vroegere films Annie Hall (1977) en Manhattan (1979): volledig idolaat van New York, neurotisch en uit de hoogte. Jasmine leeft als een prinses in haar toren in Manhattan, letterlijk neerkijkend op alles dat niet uit de Upper East Side komt. Haar leven lijkt perfect. Ze heeft een knappe maar vooral rijke man (Alec Baldwin) en drinkt champagne in plaats van te hoeven werken. Tot blijkt dat haar geliefde in grote financiële problemen verkeert en hij bovendien al jaren een verhouding heeft - met zo'n tien verschillende vrouwen. Jasmine verliest haar man, maar ook haar geld en haar status. In New York durft ze zich niet meer te vertonen dus verhuist ze naar San Fransisco, waar haar zus Ginger (Sally Hawkins) in een klein hippie huisje woont. Hier begint de ellende - en de wanhopige zoektocht van Jasmine naar een nieuwe (rijke) man.
Focus op Jasmine
Waar Allen in zijn Europese films Midnight in Paris (2011) en To Rome with love (2012) - de titels verklappen het al - vooral de stad centraal liet staan, is dat bij Blue Jasmine niet het geval. Zeker, de film bevat mooie shots van de Golden Gate Bridge, maar het mislukte leven van Jasmine is toch echt waar het om draait. Het verhaal is sterk en dat is een verademing in een Allen-film, want de rest klopt toch wel: de scherpe dialogen, het (zeer) goede acteerwerk, de knap uitgezochte soundtrack en ja, ook de mooie plaatjes van de omgeving. Vooral Blanchett schittert in haar rol van Jasmine. Hoe meer ze aftakelt, hoe beter ze is. Uiteraard zijn dergelijke momenten komisch - het blijft een Woody Allen film - maar meer nog dan grappig, zijn ze vooral zeer triest en pijnlijk. Jasmine gaat totaal ten onder, Allen kent geen genade: met haar haren door de war, in zichzelf brabbelend ligt ze letterlijk in de goot.
Allen in vorm
De hoeveelheid aan lichte en ernstige momenten is mooi in balans. Wat echter in iedere scène doorklinkt, is de zelfspot en het cynisme van Allen. Een New Yorkse die ten onder gaat wanneer ze haar stad verlaat? Het is wellicht het feit dat de regisseur zich van Amerika geen onwerkelijke droombeelden meer voorstelt dat Blue Jasmine zo herkenbaar en echt maakt. Geen Europees sprookje maar een sterke film die desondanks prachtige beelden bevat.