Recensie 'The Grand Budapest Hotel'
Een succesvolle mix van pastelkleuren en actie

Na Moonrise Kingdom en Fantastic Mr. Fox heeft regisseur Wes Anderson zich opnieuw bewezen. The Grand Budapest Hotel is een waar artistiek hoogstandje; niet alleen door het intrigerende plot, maar ook door de bijzondere vormgeving. Van stop-motion geanimeerde achtervolgingsscènes tot de wisselende beeldverhouding, alles aan deze film is vernieuwend.
Het verhaal speelt zich - via meerdere raamvertellingen - af in het fictionele Oost-Europese land Zubrowka in de jaren 30, vlak voor het uitbreken van de oorlog. In dit land staat het gerenommeerde Grand Budapest Hotel, waar de charmante conciërge Monsieur Gustave H (Ralph Fiennes, Harry Potter) de scepter zwaait. Hij wordt daarbij geholpen door de piccolo, Zero Moustafa (Tony Revolori, The Perfect Game) en samen beleven ze heel wat avonturen. Deze beginnen als Gustaves goede vriendin, Madame D (Tilda Swinton, The Curious Case of Benjamin Button) vermoord wordt. Gustave erft een kostbaar Renaissance schilderij maar wordt tegelijkertijd door de jaloerse familie van de overledene beschuldigd van de moord. Spannende achtervolgingsscènes en uitgebreide ontsnappingsplannen volgen.
Grote acteurs in kleine rollen
Afgezien van nieuwkomer Tony Revolori, wordt de cast van The Grand Budapest Hotel gesierd door bekende namen. Opvallend is dat veel van deze sterren maar kleine rollen hebben. Zo verschijnt Jude Law (Sherlock Holmes) als schrijver in één van de 'buitenlagen' van de raamvertelling en Owen Wilson (Night at the Museum) is maar heel even te zien als conciërge M. Chuck. Kleine rollen of niet, het acteerwerk in deze film is uitstekend. Vooral de twee hoofdrolspelers, Ralph Fiennes en Tony Revolori, weten hun personages perfect neer te zetten. Met snelle en veelal hilarische dialogen houden ze de aandacht goed vast en op sommige momenten weten ze zelfs te ontroeren.
Pastelkleuren en aspect ratio's
Naast het acteerwerk wordt de film ook levendig gemaakt door het decor. Vooral in het hotel overheersen pastelkleuren, en het interieur, samen met de kostuums van de personages, roept een echte jaren 30 sfeer op. Ook de soundtrack van Alexandre Desplat (The King's Speech) werkt hieraan mee. Om de Oost-Europese sfeer over te brengen heeft Desplat gebruik gemaakt van traditionele Centraal Europese instrumenten en hij heeft zelfs een Russisch balalaika-orkest in dienst genomen. En dat is goed geslaagd. De soundtrack versterkt de spanning en hilariteit op precies de juiste momenten.
Ook opmerkelijk is de wisseling tussen beeldverhoudingen. Anderson speelt duidelijk graag met de structuur van de raamvertelling. Het gevolg is dat de recentere vertellingen een breder beeld hebben, terwijl het verhaal dat zich in de jaren dertig afspeelt een smalle beeldverhouding van 1.37:1 heeft. Daarnaast gebruikt Anderson ongebruikelijke camerabewegingen. In plaats van tussen shots te wisselen tijdens een gesprek tussen personages, wordt de camera soms gewoon 180° gedraaid, of de camera verschuift in een rechte lijn in plaats van naar een nieuw shot te gaan. Dit draagt bij aan de komedie van de film en maakt het verhaal extra levendig.
Op het randje van je stoel
Hoewel de film soms wat chaotisch kan overkomen door de vele actie en het surrealistische decor, is het een ware ervaring om te zien. Het decor en de personages zijn heerlijk overdreven, waar je als kijker volledig in mee kan gaan. De vernieuwende aspecten en het briljante acteerwerk zorgen ervoor dat je constant op het randje van je (bioscoop)stoel zit en je je geen minuut verveelt.