Recensie 'Ruben Brandt, Collector'
Soms kan er van het goede niets te veel zijn

De animatiefilm Ruben Brandt, Collector is de materialisatie van zijn eigen thema: pure kunst. Gelijk de schilderijen van Dali of Picasso, bouwt de film een relatie op met de beschouwer/kijker. Niet met een gladgestreken verhaal louter ter vermaak, maar om te verwarren, het onbewuste esthetisch te beroeren. Deze opzet en de hoge, vernuftig geconstrueerde dichtheid van cinematografische en kunsthistorische verwijzingen, maken van Brandt een film für Alle und Keinen, zoals Nietzsche zou zeggen.
'Mislukte' thriller
Psycho- en kunsttherapeut Ruben Brandt ('Rem-Brandt) wordt geplaagd door nachtmerries en waanbeelden, waarin tot leven gekomen figuren uit beroemde kunstwerken zijn sadistische kwelgeesten zijn. Zo wordt de arme Ruben door Velázquez' Infanta Margarita in zijn arm gebeten en opgeschrikt door de prostituee uit Manets Olympia, wier gezicht in dat van een monster verandert. Om hun therapeut te helpen gaan zijn patiënten, waaronder de kleptomane Mimi en de tweedimensionale Membrano Bruno, op strooptocht langs de Louvres en Guggenheims van de wereld om de schilderijen en hun plaaggeesten te verzamelen. Ze worden hierbij gevolgd door een kundige detective. Brandt volgt een thriller-plot, achtervolgingen door Parijs en lugubere moorden incluis. Een opzet die mislukt, niet omdat de verhaallijn ontspoort, maar omdat de kijker voortdurend wordt afgeleid door tsunami's van visuele verwijzingen naar de mooiste creaties uit de westerse cultuurgeschiedenis.
Kunstige kunst
Brandt is de tweede animatiefilm van Servische kunstenaar Milorad Krstić en geproduceerd in Hongarije. Krstić heeft een boeiende kosmos geschapen. Achtergronden zijn mooi vormgegeven, 2D- en 3D-animaties worden naar analogie met sommige kunstwerken kunstzinnig afgewisseld. Gezichten van personages hebben een Picasso-achtige verkniptheid, met één of meerdere ogen, waarmee hun karaktereigenschappen juist uiterst scherp worden uitgedrukt. De verwijzingen van het haute culture-kaliber zijn bewust naast elementen van de popcultuur zoals de dolk van Rambo gezet. Het voornaamste tijdframe van de film is de fifties, aangevuld met cultuurelementen uit het tijdvak dat grofweg tussen de jaren veertig en tachtig ligt. Het eindresultaat is, naast boeiend, surrealistisch genoeg om Dalí post-mortem te kunnen genezen van zijn impotentie.
Twee katten, vier ogen
Brandt is geen film waar je met vrienden naar toe gaat als prelude op een avondje stappen. Het is een film voor cultuurliefhebbers, dan wel mensen die tijdens tweede of derde date graag willen laten zien hoe gecultiveerd ze zijn. In dat laatste geval is het raadzaam om voorafgaand Gombrichs Story of Art door te nemen. De film laat zich op twee manieren bekijken: als een eenduidige ervaring in de bioscoop, zonder tijd om alle verwijzingen na te gaan en later, met een onderzoekende blik thuis voor de buis genoegzaam alle leuke details en verwijzingen nagaan.De openingszin van de film, van de hand van de Hongaarse dichter Frigyes Karinthy, is in dit opzicht veelzeggend: In my dream I was two cats and I was playing with each other. De film komt pas goed tot zijn recht als deze twee zienswijzen met elkaar kunnen spelen. Brandt is een kunst-werk dat met een enkel bioscoopbezoekje tekort gedaan wordt.