Recensie 'The Boys in the Band'
Na 50 jaar opnieuw uit de kast getrokken

The Boys in the Band (2020) begon in 1968 als toneelstuk off-Broadway. Twee jaar later verscheen een filmadaptatie, waarbij Mart Crowley zijn eigen toneelstuk vertaalde naar een filmscript en William Friedkin (The Exorcist, The French Connection) regisseerde. Vijftig jaar later kwam The Boys in the Band opnieuw op de planken en nu maakt Netflix een filmadaptatie, geregisseerd door Joe Mantello. De film speelt zich nog steeds in de jaren zestig af, maar voelt actueler dan je zou willen.
De sterren in de film
Dezelfde cast die eerder op Broadway schitterde, speelt ook in de verfilming de hoofdrollen, waaronder Jim Parsons (The Big Bang Theory), Matt Bomer (Magic Mike) en Zachary Quinto (Star Trek). Parsons speelt gastheer Michael. Hij is verantwoordelijk voor het organiseren van een verjaardagsfeestje voor Harold (Quinto) en moet zorgen dat alles op rolletjes loopt voor de andere homoseksuele vrienden die over de vloer komen. Als echter een heteroseksuele schoolvriend van Michael onverwacht langskomt zet dat de verhoudingen op scherp en legt dat (geïnternaliseerde) homofobie bloot.
Parsons is geweldig als de snarky Michael. Hij is in de wieg gelegd om een personage neer te zetten dat geniet van het creëren van chaos, maar tegelijkertijd worstelt met zichzelf en de kwetsende opmerkingen die hij maakt tegen zijn vrienden. Harold is even slim en geniet net zoals Michael van drama. Hij vormt echter een mooie tegenpool aangezien hij veel meer op de achtergrond blijft en rust uitstraalt. Dat Michael duidelijk de ster van de show is, zorgt er wel voor dat andere personages ondersneeuwen. Ondanks, of dankzij, het feit dat Quinto zijn rol zeer overtuigend speelt, zou je eigenlijk nog wel meer van hem willen zien. Hetzelfde geldt voor Bomer, die nu veel op de achtergrond gadeslaat en weinig te doen heeft.
Duidelijke toneelachtergrond
Dat de film gebaseerd is op een toneelstuk is duidelijk te zien. Het speelt voor het grootste deel in Michaels appartement. Aan het begin en einde verlaten we dat even en er zijn enkele flashbacks, maar die voelen geforceerd omdat ze niets toevoegen. De dialogen zijn theatraal en behoorlijke lappen tekst. De keuze om dicht bij het toneelstuk te blijven pakt vanwege de sterke vertolkingen toch goed uit. Het lijkt een verstandig besluit te zijn geweest om de cast van Broadway hun rollen hier ook te laten spelen. In de context van de theatraliteit stoort het niet dat de eigenschappen en de uitingen van de personages wat aangedikt zijn. Het is daarnaast duidelijk dat het niet zozeer gaat om de individuele worstelingen, maar om de grotere invloed die homofobie heeft op mensen.
Hoewel de cast deze keer bestaat uit mannen die wel openlijk voor hun geaardheid uit durven te komen in Hollywood, terwijl bij de verfilming in 1970 een groot deel van de cast nog in de kast zat, is de thematiek niet achterhaald. Michaels reactie wanneer zijn heteroseksuele vriend langskomt is om de façade dat hij en zijn vrienden 'normaal' zijn, oftewel met een lage stem over dingen als American Football praten, op te houden. Die heteronormativiteit is nog steeds alomtegenwoordig, evenals het racisme dat zijdelings aangekaart wordt. Of de remake echt nodig is, valt te betwijfelen. Gelukkig kan je de goede cast nu ook zien zonder een bezoekje aan Broadway te brengen en zie je de snedige dialogen tot leven komen in je eigen huiskamer.
Trailer 'The Boys in the Band'
Meer Netflix
Elke week het meest gelezen Netflix-nieuws in je inbox?Meld je aan voor de Netflix-nieuwsbrief!