Recensie 'Hercules'
Grootschalige veldslagen en bloedeloze personages

Er is goed nieuws en slecht nieuws over de nieuwe Hercules-film geregisseerd door Brett Ratner, met Dwayne "The Rock" Johnson in de titelrol. Het slechte nieuws is voor de fans van de beeldroman van Steve Moore en Admira Wijaya waarop de film is gebaseerd. Daarvan is in de bewerking veel verloren gegaan. Het goede nieuws is dat dit geen slechte film heeft opgeleverd.
Het basisgegeven van het stripboek is er nog: Hercules en zijn vijf kompanen worden als huurlingen ingeschakeld door de koning van Thracië om zijn leger te trainen en zijn aartsvijand Rhesus te verslaan. Maar om het allemaal wat familievriendelijker te maken zijn de wapenbroeders van Hercules aardig onder handen genomen. Zo valt de amazone Atalanta (gespeeld door Ingrid Bolsø Berdal) niet langer op vrouwen - of weet dat in elk geval goed te verbergen - en is Tydeus (Aksel Hennie) niet meer de bloeddorstige kannibaal die de hersens van zijn tegenstanders eet - verder dan een likje bloed komt hij in de film niet. Bovendien is het duistere tweede deel van Moores verhaal - met zijn dood, verderf en verraad - door scenaristen Ryan Condal en Evan Spiliotopoulos grotendeels vervangen door een andere finale.
Tussen realisme en camp
Al die ingrepen hebben geen slechte film opgeleverd. Deze Hercules vindt mooi het midden tussen rauw realisme en bombastische camp. Eerder dit jaar was er The Legend of Hercules, die duidelijk naar die laatste kant overhelde. Dat was een zeldzaam slecht geacteerde film met een flinterdun scenario en goedkoop uitziende visuele effecten. Het effectenbudget van Brett Ratners Hercules is van een andere orde: de leeuw van Nemea is hier daadwerkelijk angstaanjagend.
Het doden van die leeuw is een van de twaalf werken van Hercules, onderdeel van zijn legende, die aan het begin van de film wordt verteld door zijn neef Iolaus (Reece Ritchie). Vanaf dat eerste moment speelt Hercules een spel met de kijker over mythe en werkelijkheid. Dit is geen Clash of the Titans, waar Zeus gewoon pontificaal in beeld verschijnt. De goden blijven onzichtbaar en de mythische wezens zijn wellicht gezichtsbedrog: is dat een centaur daar op die heuvel (half mens, half paard) of toch gewoon een ruiter? Hetzelfde geldt voor Hercules zelf. Ze zeggen dat hij een halfgod is, de zoon van Zeus, maar hij lijkt zijn legende zelf amper te geloven.
Eigen visie
De kern van de film wordt gevormd door de veldtocht die Hercules met het leger van koning Cotys (John Hurt) onderneemt tegen Rhesus: veel grootschalige veldslagen, indrukwekkend geënsceneerd door regisseur Ratner en zijn director of photography Dante Spinotti. Gelukkig heeft Ratner voldoende eigen visie om niet nog een keer 300 over te doen, dus er is een verfrissend gebrek aan slow motion en ontblote bovenlijven. Tussen de gevechten door mogen Ian McShane als de ziener Amphiaraus en Rufus Sewell als de op geld beluste Autolycus af en toe een droogkomische oneliner plaatsen, als mooie aanvulling op het beperkte bereik van The Rock.
Toch had het wat verder uitdiepen van Hercules' gezellen de film interessanter gemaakt. De basis die Steve Moore legde had in combinatie met dit leuke ensemble van acteurs een team op kunnen leveren waar de studio een jarenlange filmreeks op had kunnen baseren. Het is de vraag of dat met Hercules in deze vorm ook het geval is.